Het Negatieve keert niet terug. Het Identieke keert niet terug. Het Zelfde en het Gelijkende, het Analoge en het Tegengestelde keren niet terug. Slechts de affirmatie keert terug, dat wil zeggen het Verschillende en het Ongelijksoortige. /p. 436/
De eeuwige terugkeer elimineert dat wat hem onmogelijk maakt door op zijn beurt het vervoer van het verschil onmogelijk te maken. Hij elimineert de vooronderstellingen van de representatie, namelijk het Zelfde en het Gelijkende, het Analoge en het Negatieve. Want de representatie en haar vooronderstellingen keren maar één keer terug en niet voor altijd, waarna ze voor altijd worden geëlimineerd. /p. 438/
Deleuze: Verschil en herhaling