zigzag
wat is kunst?
wat is leven?
grote vragen, die afgelopen jaren regelmatig in mijn hoofd opkomen.
nu zijn er ook externe zaken die deze vragen oproepen.
naast mijn studies in Spinoza, Deleuze en kunst zijn er momenteel sterk verouderende familieleden en vrienden; mensen die mij na zijn en door ziektes aangetast zijn. en ook bijvoorbeeld Sonic Acts die ons de waanzin van de (westerse) mens toont en het leven van al die andere soorten, de non-humans.
en nu Covid-19.
Ik lees momenteel o.a. Sad by design van Geert Lovink. Die aan het eind van zijn deprimerende analyses ook wegen voorwaarts (of zijwaarts, zigzaggend) zoekt in het slothoofdstuk over commons.
Think global, act local. Maak weer ruimte voor kleinschalig initiatieven die hun eigen leefwijzen kunnen vormen. Op internet en in het echie.
Misschien is de beeldende kunst, die van de objecten, daarin slechts een bescheiden onderdeel. Zijn elementen van die kunst, het zelf doen en het bedenken en open staan voor oplossingen veel belangrijker. Is het (ver)bouwen van een huis, het onderhouden van een tuin even belangrijk.
ONTWIKKELEN en vormgeven.
Ruimte creëren en delen.
excuus
vaak is kunstenaar een excuus, althans een geaccepteerde verklaring, voor het zoekende gedrag van sommigen. wat sommigen van ons doen is verkennen, onderzoeken, denken en dat verbeelden. wat ik ben is een dier behorende tot de soort mens, je mag me tom noemen en, om een plaats te mogen hebben, kunstenaar.
slow down
these are weird days. de rust is voelbaar in de omgeving. er komen geen vliegtuigen over, ik hoor minder trams en nu het hamsteren lijkt af te nemen is het zelfs aan de overkant rustig. het zijn vreemde tijden omdat we niet weten wat er gebeurt, hoe lang het gaat duren en hoe we straks verder gaan. misschien verandert er niets. of alles?
ESCAPE – TODAY
START DREAMING FUTURES
‘ik leef in het nu’ is helemaal niet hip, autonoom en positief. Leven in historiën, in ontwikkelingen, verbanden, vanuit de sociale beweging in het begin van de industriële revolutie, via de kraak en diy beweging van de jaren 1980 tot de commons in de komende jaren, the next decade. The raving twentytwenties.
respirateur
I remember asking him. “Since you’ve stopped making art, how do you spend your time?” And he said, ‘Oh, I’m a breather, I’m a respirateur, isn’t that enough?” He asked, “Why do people have to work? Why do people think they have to work?”
– Calvin Tomkins about Marcel Duchamp, in The afternoon interviews
kunst in dagen van hoog kapitalisme
het produceren van dingen voor de handel lijkt de betekenis van het beroep kunstenaar. Terwijl het daar natuurlijk niet omgaat. Verkennen van de wereld en het Leven. Vormgeven van dat leven en de leefwereld. Helaas lukt dat minder in relatie tot onze omgeving al betogen juist jonge kunstenaars dat ze dat wel beogen. Ik vermoed dat dat deels is vanwege subsidieaanvragen en vanwege de algehele napraterij. En deels menen ze het.
the style is the philosopher
For his part, Deleuze preferred to refer to a time that he called ‘stratigraphic.’ It is certainly important that philosophies succeed one another in time. Nevertheless, these philosophies are virtually coexistent. Every philosophy is virtually contemporary with every other, even if certain logics creep into those that preceded them, and certain concepts are reclaimed in their original form. Thus, in the present, every system of ethics rivals every other, since, in reality, all logics are in non-dialectical conflict with each other.
More precisely, according to Deleuze, any philosopher worthy of the name – that is to say, any philosopher-creator – traces out a plane within chaos. For concepts are born of thought’s confrontation with chaos. Or, in other words: concepts must be created. They are dated and signed, even if later philosophers must divert them from their original function, hijacking their components and their flows. This means that every new plane, if it is to inaugurate a truly new philosophy, even if it should have originated from an anterior plane, must distinguish itself from and find its own autonomy from the latter. But how? Most fundamentally, it is through assuming his own problematics – even if these problematics are not explicitly thematized – that the philosopher has a chance of tracing such a plane. And, on this plane, a new consistency may be given to chaos, by means of the singular creation of the arsenal of connected concepts that populate it. For Deleuze, the style is the philosopher.
Thoma Duzer – in Memorian: Gilles Deleuze (1925-1995) in Collapse III