Robert Irwin’s werk gaat over perceptie, waarneming, ervaring, wat licht en kleur doet met een ruimte en vooral in de waarneming van een bezoeker, waarnemer.
Mijn werk gaat over nieuw beeld. Beeld dat voorheen niet bestond, beeld dat werkend ontstaat.
De persoonlijke ervaring delen we, we willen de bezoeker/aanschouwer het werk laten ervaren, zonder voorwaarden, zonder referenties.
Ik heb momenteel een manier, methode, om dit beeld te genereren. Dat is nu, het is geen voorwaarde. Net als Irwin geloof ik niet dat het kunstenaarschap in keuze voor materialen ligt. Hoe kan Irwin in een bepaalde context de waarneming/ervaring van een bezoeker trekken, ruimte bieden?
Hoe kan ik een nieuw beeld laten ontstaan en tonen?
Wat zie ik? Ik denk dat Irwin en ik beiden niet de wereld ervaren zoals het ons geleerd is. Zoals we geacht worden haar te ervaren. Irwin wil toeschouwers een ruimte laten ervaren door ze enigszins te ontregelen, ze te bevrijden uit hun vooroordelen.
Visueel en dat is ook logisch voor een beeldend kunstenaar.
Ik doe het door een nieuw beeld te tonen, iets dat ze niet kunnen herkennen. Ik maak die beelden gestimuleerd door denken. Maar nodigt het ook uit tot denken? In ieder geval mag het geen plaatje zijn. Ik moet daarom trucs vermijden.