Gisteren las ik Sigmar Polke, Photoworks: When Pictures vanish. Naast vele fraaie foto’s staan er twee artikelen in, van Maria Morris Hombourg en Paul Schimmel. Ze bespreken dezelfde foto’s van dezelfde kunstenaar maar leveren daarbij verschillende informatie. Dat ze anders kijken is vanzelfsprekend, dat ze er verschillen zitten in biografische feiten en de uitspraken van Polke is opvallender. Ik vermoed dat Polke in verschillende gesprekken verschillende versies vertelt en dat hij ook lol heeft gehad bij het lezen.
Prima dat deze verschillen niet in de eindredactie verdwenen zijn.
Het relativeert dit soort teksten wel. Het toont weer aan dat je zulke teksten wel kunt gebruiken bij het denken over de werken, maar dat de waarde als informatiebron beperkt is.
Nou is alle kunstkritiek primair een kijkverslag en geeft het informatie over de schrijver en haar visie het besproken werk. Ik denk niet dat dat anders kan omdat alle mensen anders kijken.
Het lijkt erop dat het Hambourg zich hier meer bewust van is dan Schimmel. Haar stuk ga ik in ieder geval herlezen omdat het me helpt bij het ontwikkelen van mijn visie op het werk, bij het kijken.
(Om verwarring te voorkomen: de foto hierboven is niet van Sigmar Polke)