Gisteren terug gekomen uit Venetië, alwaar ik de 53′ biënnale bezocht. Een slechte editie dit jaar. Veel kitsch, decoratieve knutselkunst, uitleggerige documentaires en weinig verbeelding. De landenpaviljoens boden weinig opwindends en de twee exposities samengesteld door Daniel Birnbaum waren niet spraakmakend. Die in het grote paviljoen in de Giardini zelfs ondermaats. Nederland, Skandinavië, Frankrijk en Canada sprongen er positief uit in de Giardini. De oost europeesche landen maakten er een potje van.
In de Arsenale was het wat beter dan in de Giardini, maar ik zag niet één werk in de categorie ‘niet te missen’. Geen veelbelovende talenten, geen gereputeerde kunstenaars. Een willekeurige verzameling middelmatige kunst.
Aan de overkant van het Arsenale bassin waren een aantal exposities in gerenoveerde oude hallen. Jan Fabre was helaas net voorbij, de technici waren aan het afbouwen en inpakken. In de expositie Unconditional Love was een mooie video-installatie van AES+F, The Feast of Trimalchio. Op grote schermen in een ronde ruimte waren gelijktijdig drie delen van een film te zien. Een combinatie van ‘echte’ fotomodellen en een computer gegenereerde 3D omgeving.
De Arsenale zelf blijven wonderschoon. Bovenstaande foto maakte ik in een hal niet gebruikt werd voor opslag. De deels ingestorte smeedhaarden in de achtergrond zijn magnifiek.