Het nieuwe nummer van Gonzo(circus) is weer een goede. Een mooie mix van nieuw talent en gevestigde namen. Mannen en vrouwen, muziek en andere kunsten. En de bijgevoegde Mind the Gap cd is ook opvallend sterk. Vaak is het nogal een samenraapsel, deze keer klinkt het als een album. En er zat wederom een track tussen die me verleidde tot een bestelling, deze keer een gouden LP van JAC BERROCAL, DAVID FENECH en GHEDALIA TAZARTES.
De meest opwindende denker van deze tijd is voor mij Paul Virilio. Al decennia lang houdt hij zich bezig met snelheid, verplaatsing, ruimte, licht, tijd, de invloed van technologie. Zover ik weet is er maar één boek van hem in het Nederlands vertaald: Het horizon negatief. Je zou er bijna Frans voor gaan leren, maar gelukkig zijn veel boeken in het Engels verkrijgbaar.
In het tijdschrift OPEN (2009/18) staat een interview met Virilio. Het gaat over hoe de stad en haar functie veranderd onder invloed van nieuwe technologieën. Met name communicatie technologieën als internet en mobile telefoons (die volgens Virilio in het Engels toepasselijk cell-phones heten omdat we ons ermee onder elektronisch arrest plaatsen). We zijn en handelen niet meer persé op de plaats waar we ons lijfelijk bevinden. De steeds groeiende megasteden gaan steeds minder als stad functioneren. Verleden, heden en toekomst kunnen niet langer worden omschreven als een chronologie, maar moeten ze eerder worden gekenschetst als chronoscopie*. De versnellende steden en economie ontwikkelen zich te snel voor onze planeet.
Virilio heeft een onafhankelijke eigen kijk op de ontwikkeling van onze wereld, hergebruikt woorden en verzint nieuwe waar nodig. Al in eerder werk omschreef hij hoe we de controle over de ontwikkeling van onze economie, ons leven kwijt zijn. Zijn werk leest soms als dat van science fiction schrijvers als Philip K. Dick en William Gibson. En ook fijn: nergens is hij moralistisch.
* Chronoscopie is een term die ook in science fiction boeken gebruiken wordt. De verschillende tijden kunnen van volgorde wisselen. Ik heb inmiddels en boek van P. K. Dick besteld waarin dit voor komt dus waarschijnlijk kan ik er later meer over schrijven.
Items (2009#3) had als thema Games, MetropolisM (2009#5) had als thema Games, het vanabbemuseum toont kunst onder de titel ‘Play Van Abbe, deel 1: Het spel en de spelers’. Het fonds BKVB heeft een Games fonds. Het is duidelijk: we moeten spelen als kunstenaar en vormgever. Op zich niet nieuw, het weer zeer populaire Fluxus had net als Dada een speels element en vormgevers willen nogal eens puzzelen.
Ik vraag me wel af of het Fonds BKVK zich zo uitdrukkelijk met de inhoud en vorm van kunst moet bemoeien. Als ik als kunstenaar of vormgever een werk in de vorm van een spel wil maken kon ik daar toch al subsidie voor aanvragen?
Zelf vind ik spelletjes leuker om te maken dan te spelen. Misschien vind ik spelletjes voor volwassenen zelfs een vreemd verschijnsel.