De Franse Ardennen liggen en nog vol mee, deze fraaie betonnen vormen. Lege nutteloze bouwsels. Nut hebben ze nooit gehad, ze hebben de vijand niet buiten gehouden. Naast mooi zijn ze ook lachwekkend, een droeve lach.
In mijn eerste kunstperiode hield ik me bezig met de onmogelijkheid van bescherming. Over hoe bescherming veelal tot afscherming leidt. Mijn herintreden in de kunst gebeurt op een moment dat angst één van de voornaamste kenmerken van onze cultuur is. Fear is a politician’s best friend (vrij naar John Cale).
Angst voor het onbekende, voor de ander, het andere, voor het ongewisse en voor zichzelf. Ik voel geen drang iets met deze actuele angst te doen. Hij verschilt waarschijnlijk niet van een algemene cultuurbepaalde angst. Hij is wel wat uitgesprokener aanwezig.