ONZE cultuur?
Onze Europese Grieks christelijke cultuur is gebaseerd op de Arabische culturen. Onze filosofie, taal, religies komen uit de Arabische wereld.
Onze cultuur is niet van ons, wij hebben het gestolen van Arabieren en vervolgens misvormd.
afbeelding: dodenboek ; Asetweret ; wegen van het hart; 380-343 v.Chr.
Words don’t mean a thing. And names make all the difference in the world.
Talking Heads – Give Me Back My Name
Ik lees momenteel in Dahlgren van Samuel R. Delany waarin de hoofdpersoon zijn naam vergeten is en Kid(d) genoemd wordt. Een boeiend boek waarin Kid zich tot dichter/schrijver maakt en in een aantekenboek schrijft waarin de helft van de pagina’s blanco is (ik meen de linker pagina’s). Ik voel de spanning van Kidd terwijl hij schrijft en zijn verrassing over de woorden die verschijnen.
Ik denk al jaren over het gebruik van tekst in mijn beelden* en vanochtend bedacht ik dat titels voor mij belangrijk zijn en minder dwingend dan woorden in beeld,
(*en heb het lang geleden ook soms gedaan)
move your body
Deze schets oogt anders op mijn notebook scherm dan op mijn tweede scherm. Al vind ik de afbeelding (nog) niet boeiend* overweeg ik wel een proefdruk er van te maken, kijken wat het op papier doet.
*het vertelt mij geen verhaal
Overleven
Ik kijk een recente Tegenlicht met Julia Watson en besef wederom dat overleven voor ons mensen harder nodig is dan ooit. En ik bedenk dat zelfs de VPRO een programma als Tegenlicht niet meer opportuun vindt en wil stopzetten, ook daar heeft men de hoop om te overleven opgegeven. De consumens is suïcidaal.
Dat neemt niet weg dat ik blij ben met mensen als Julia Watson en zo lang het nog kan Tegenlicht blijf kijken.
Hippie mystiek
is nu populair als vlucht. Door fantasy kun je tijdelijk de nare werkelijkheid buitensluiten. Samen borduren en verhalen delen met gelijkgezinden, knus en onschuldig.
Het is ook een vlucht voor politieke verantwoordelijkheid.
Dit bedacht ik tijdens een bezoek aan W139.
clublife [M. de Charlus]
M. de Charlus in een club is makkelijk voor te stellen. Maar dansen, hij schrijdt meer langs de dansvloer.
recensenten moeten ook kijken
Ik bezocht een paar weken geleden de expositie van Miriam Cahn in het Stedelijk en was zonder de indruk. Enerzijds door de zwaarte van de onderwerpen, het (seksueel-)geweld, anderzijds door de schildertechniek en kleuren. Een kunstenaar met wie ik de tentoonstelling bezocht was vooral onder de indruk van die kleuren en het schilderwerk. Een andere schilder die ik later sprak was ook onder de indruk van Cahn’s schilderen. Tevoren had hij plaatjes gezien in de zalen zag hij schilderijen.
Daarna las ik drie recensies en geen der drie recensenten had dit schilderwerk opgemerkt. Joke de Wolf deelt in De Groene vooral haar verbazing, Alied Ottevanger in De Witte Raaf heeft niet goed gekeken en geeft vanuit haar luiigheid directeur Rein Wolfs een sneer. Ottevanger eist overzichtelijke exposities met een handleiding. Ze vindt ook dat Wolfs het primaat niet bij kunstenaars moet leggen maar bij beroepskijkers als zijzelf. Lena van Teijen in de MetropolisM schrijft ook niets over het schilderen maar liever over haar ergernissen, waaronder het gebrek aan een verantwoording door de directie.
Het minste wat je van een recensent beeldende kunst mag verwachten is dat ze KIJKT. Fuk, Miram Cahn kan goed schilderen. Dat ze dat op eigen wijze en voorwaarden doet des te beter. Dat ze het tentoonstellen als deel van haar kunstenaarschap ziet is een legitieme visie.
Ottevanger voelt zich beledigd omdat Cahn geen tekeningen wilde lenen van het Centraal Museum waar zij werkt.
De critici schrijven vooral over Cahn als lastige vrouw. Vinden ze dat ook van mannen die voor hun werk staan?
Kijken, waarnemen, ervaren, dat is waar alle ruimte voor is juist in exposities zonder overdadige duiding. De bezoeker kan zich verhouden tot het getoonde en zelf bepalen hoe zij dit ervaart en duidt. Dat is niet de taak van de curator, desgewenst wel voor een recensent.
Schaamte maakt meer kapot dan ons lief is
Het collectieve falen van Europeanen om Joodse medeburgers te beschermen in de jaren 1930 en 1940 en de grote schaamte hiervoor is een hoofdoorzaak voor de voortdurende genocide op Palestijnen. In Duitsland is deze schaamte begrijpelijkerwijs het grootst. Het verklaart hun kritiekloze steun aan Israël, ook bij een nieuwe genocide. Dit is echt verschrikkelijk, wij Europeanen laten een ander volk de hoogste prijs betalen om ons falen te compenseren. Lafheid op lafheid!
Hanan Toukan schrijft er gedegen over in Afterall magazine. Afterall biedt artikelen over Palestijnse kunstenaars, door Palestijnse auteurs en meer in het algemeen over de dekolonisatie van Palestina die ze in de loop der jaren hebben gepubliceerd gratis aan op hun site.