capitalism has tried hard to introduce a bourgeois owner into the heart of each worker
The development of productive forces in industrialized societies (it is true both for capitalism and bureaucratic socialism) involves an increasing liberation of the energy of desire. The capitalist system does not function simply by putting a flux of slaves to work. It depends on modelling individuals according to its preferences and, for this purpose, to propose and impose models of desire: it puts models of childhood, fatherhood, motherhood, and love in circulation. It launches these models the same way the automobile industry launches a new line of cars. The important thing is that these models always remain compatible with the axiomatic of capital: the object of love should always be an exclusive object participating in the system of private ownership. The fundamental equation is: enjoyment possession. Individuals are modelled to adapt, like a cog, to the capitalist machine. At the heart of their desire and in the exercise of their pleasure, they have to find private ownership. They have to invest it with ideality: “production for production’s sake.” They can only desire the objects that the market production proposes to them; they must not only submit to the hierarchy, but even more, love it as such. To conjure up the dangers of class struggle, capitalism has tried hard to introduce a bourgeois owner into the heart of each worker. It is the prerequisite of his integration. Traditional models that attached the worker to his job, to his quarter, to his moral values, indeed to his religion (even if it be socialism) have all collapsed. The paternalistic model of the boss is no longer compatible with production, no more than that of the paterfamilias with the education of children. One now needs a deterritorialized worker, someone who does not freeze into professional experience, but who follows the progress of technology, indeed, who develops a certain creativity, a certain participation. Moreover, one needs a consumer who adapts to the evolution of the market.
Félix Guattari: Cinema of Desire, 1973
Read the article at onscenes
VRIJHEID
We hebben/kennen helemaal geen vrijheid, het kapitalistisch (joods-christelijk) systeem tolereert geen vrijheid. Hoe wij moeten denken en handelen, hoe wij moeten leven is vastgelegd in strikte richtlijnen. We moeten man of vrouw zijn. We kunnen geen kant uit.
Bij het lezen van To Have Done with the Massacre of the Body door Félix Guattari
Totalitair Nederland
Misschien oogt het lief om als burger meegaand te zijn en niet zo kritisch als sommige dolgedraaide complotdenkers, maar eigenlijk is het gewoon een dubieus gebrek aan burgerzin.
Maxim Februari in de NRC over het totalitaire Nederland onder Rutte.
De_Layer
Vandaag een flink pakket ontvangen van De Player met daarin De_Layer#4 en #5. Veel kijk, lees en luisterplezier met o.a. (heel hip) een cassettetape.
the day after
waar de nederlandse* bevolking grotendeel voor meer zoönose pandemieën en lockdowns gekozen heeft ben ik nog in afwachting of ik de komende vier jaar vertegenwoordigd word.
*expres met een kleine n geschreven na het drama van gisteren
a life
Spinoza schreef al in de 17e eeuw dat enkel kennis over en inzicht in de Natuur tot blijheid leidt. Helaas lijken kennis en inzicht in het begin van de 21e eeuw nauwelijks een rol te spelen. Daar verbaas en erger ik me soms over maar ik lees ook Deleuze en weet dat enkel opbouwend denken toekomst biedt. Daarom ondertekende ik ook het pamflet ter ondersteuning van Bij1, de partij waarop ik vandaag stemde.
From now one,
there is no more before, nor after, merely “during”.
The time-space CONTINUUM is frozen in the corpse-like immobility of a kind of eternal present, or rather, in the eternal presentation of a voyage without movement, an ON-SITE journey during which the notion of departure and return has lost any gyratory sense; they coexist, coincide in a now devoid of here.
Paul Virilio in: The Desert, p. 107.
perceptie
De woestijn en de perceptie ervan, of de perceptie van Arabieren in de woestijn, kent ogenschijnlijk allerlei goetheaanse momenten. In het begin is er licht, maar dat wordt nog niet waargenomen. Het is eerder zuivere transparantie, onzichtbaar, kleurloos, vormeloos, onaanraakbaar. Het is de Idee, de God van de Arabieren. Maar de Idee, of het abstracte, is niet transcendent. De Idee strekt zich uit in de ruimte, ze is als het ware de Open Ruimte: ‘Verderop [bevond] zich niets dan heldere lucht’*. Licht is een opening die ruimte schept. Ideeën zijn krachten die langs bepaalde bewegingsrichtingen in de ruimte worden uitgeoefend: entiteiten, hypostase, maar geen transcendenties.
* T.E. Lawrence, Zeven zuilen van wijsheid.
Gilles Deleuze: Schaamte en eer: T.E. Lawrence. Uit Kritisch en klinisch.
STOTTER . ADEM
stotterend ademen, fluisterend ademen, schreeuwend ademen, verkennend ademen, levend ademen, stervend ademen. Dood uitgeademd. Adem is leven, vandaar wellicht de aandacht voor adem in meditatie, in yoga oefeningen, in beweging oefeningen. In zang en dans.