SPINOZA – NIETZSCHE – DELEUZE

Als ik gesprekken met Deleuze (Pourparlers: 1972-1990) lees lijkt hij het over onze tijd te hebben, over nu. En dat is waarschijnlijk ook zo. Er is niets nieuws gekomen. Ja, het neo-liberalisme: de ultimisering van de consumptie. We glijden af, dat is geen vernieuwing. We ontwikkelen ons niet. Geld is zo belangrijk geworden, meer nog dan in Deleuze’s laatste jaren. Geld is geen leven, het brengt ons niets.

beeld, ervaren, zijn

er is een wereld, wat Spinoza natuur noemde. Het geheel, alles.
er is de mens, een nietig levend wezen op een nietige planeet.
Voor ons is dit belangrijk, voor mensen is de mens de eerste referentie. Mensen staan ons nader dan andere wezens.

Ik ben me soms bewust van de wereld in de betekenis van natuur. Dat er iets groots, oneindig in omvang en duur is. Dat er leven is. Dat er mijn leven is dat ik probeer vorm te geven.
Hoofdactiviteit in dit leven van mij is lezen, studeren, denken. En ik maak beeld. Om me te uiten, om te onderzoeken, om mijzelf te realiseren.

Soms wil ik een bijdrage leveren. Mijn beelden delen, tonen.

Ik denk dat als Deleuze over schilderkunst schrijft schilderen vervangen kan worden door fotograferen.  Het medium is minder belangrijk dan de vorm, het platte vlak. Hoewel Deleuze over het sculpturale schrijft als het over schilderen gaat. Misschien gaat het om visueel tastbaar beeld?

affecten en percepten

figuratie vs abstractie is nooit een tegenstelling geweest in de kunst. Het gaat om beeld creëren. Dat beeld is gebaseerd op waarneming. Kunst wordt pas boeiend als er nieuw beeld gemaakt wordt. Dat kan op iets herkenbaars gebaseerd zijn of op een idee.

Een kunstwerk is geen product, het werkt.

Ik lees weer in Deleuze, de filosoof die meer dan wie dan ook Spinoza in de twintigste eeuw bracht. En ik besef me dat Deleuze een ingang biedt om kunst vanuit Spinoza’s denken te beschouwen.

Ik las de laatste tijd ook teksten van Mondriaan, wiens teksten niet in een Nederlandse editie te koop zijn. Mondriaan is zelfs voor de Groene ‘te moeilijk’, maar ik denk dat hij een betrekkelijk heldere en vooral ook moderne kijk op beeldende kunst had.

Bij Robert Irwin gaat het bovenal om waarnemen.

Ik maak zelf niet-referentiële beelden in de vorm van inkjetprints. Ik vind het moeilijk hierover te schrijven, juist omdat het nergens naar verwijst. Mondriaan schreef over zijn visie op het maken van kunstwerken. Robert Irwin vertelde in gesprekken met Lawrence Weschler over hoe hij tot beelden komt. Waar het in kunst volgens hem om gaat. Ik moet een vorm vinden om over mijn eigen beelden te schrijven.

wordt vervolg

leven

Ooit, in 1927, was Engeland deels een centrum van beschaving. Virginia Woolf wist treffend ons bestaan en handelen te treffen. Het leven is betrekkelijk saai, ons mensenleven is nauwelijks boeiender dan dat van koeien of andere diersoorten. We verbeelden ons van wel en Virginia Woolf laat ons zien dat het enkel verbeelding is. En dat deed ze met een eloquent taalgebruik. Melodieus, poëtisch, helder. Een geheel eigen toon en dat geeft tegelijkertijd aan dat dit betrekkelijk saaie leven mooi is. En niet, het is, het gaat door, we doen ons best en het lukt slechts enkelen van ons om daar iets uit te laten komen. Dat kunnen we door er ons bewust van zijn.

how does it sound?

Vraag ik me af als ik een beeldwerk ophang. Ik pak een schetsboekje waarin tekeningen, ideetjes en tekst. Het eerste wat ik lees: fenomenologie – licht – kunst gaat over waarneming – het waarnemen. daarom is kunst maken maar een deel van het werk. Dit bedacht ik een paar maanden geleden en deze week las ik dat Mondriaan zo’n honderd jaar geleden ook schreef over kunst en waarneming en ook hij besefte dat kunst in het hoofd van de beschouwer/luisteraar ontstaat.
Ik kom de laatste weken vaker teksten van Mondriaan tegen. Veelal kende ik ze niet en er is weinig in het Nederlands verschenen, wel is er een Engelstalige verzameling van zijn teksten antiquarisch (prijzig) te koop.

Op dezelfde pagina in mijn schetsboek: ‘een kritische blik maakt kunst, Oscar Wilde in mijn woorden’. Oh, hier schreef ik vorig jaar juni ook over op dit blog. Ik kom soortgelijke overwegingen afgelopen week ook tegen in een bundel met teksten van Wim Beeren.

Kunst behoeft geen uitleg, wel aandacht. En juist dat laatste is momenteel schaars. Dan werkt uitleg ook niet.

Eigen beeld, authentiek. Scheppen, niet nadoen, scheppen, mijn eigen gang gaan.

Ik creëer patronen, lijnen, punten. En onderwijl denk ik en dat uit zich meer in beeld dan in woorden.

Je moet vooral niet gewoon zijn.

How does it sound? Ik dacht kort geleden over geluid bij beeld, geluid als aanvulling op beeld, geluid naast beeld? Kan een beeld ook geluid oproepen in het hoofd?

Het schetsboekje is vol.

Scroll to Top