van abbe retro

van abbemuseum
vanabbemuseum

Het vanabbemuseum vertoont momenteel de Zomeropsteling van 1983. Deze expositie werd gemaakt door de toenmalige directeur Rudi Fuchs en toonde o.a. recente aankopen van het museum.

In eerste instantie viel mij op hoe gedateerd de tentoonstelling en de getoonde werken waren. En ook dat er nogal wat werken tussen hingen van matige kwaliteit.

In tweede instantie vroeg ik mij af waarom de huidige directeur eigenlijk zo’n oude tentoonstelling opnieuw toont. Bij terugkomst lees ik op de website: “Door de presentatie van 1983 te reconstrueren wil het Van Abbemuseum de aandacht richten op de tentoonstelling als tentoonstelling.” Raar. Waarom wil het museum dit? Daar staat ook iets over op de site: “Door de tentoonstelling samengesteld door oud-directeur Rudi Fuchs en de tentoonstelling van de huidige directeur Charles Esche te vergelijken kan de bezoeker de verschillen in uitgangspunten van beide curatoren vaststellen en ontdekken wat hun achterliggende visie op de kunst en de functie van het museum is.” Waarom zou de bezoeker dit willen? Men bezoekt een museum toch om kunst te ervaren en niet om de visie van een voormalig directeur te vergelijken met die van de huidige? Academische navelstaarderij en conservatore ijdelheid zijn mijns inziens geen doelstellingen van een kunstmuseum.

Een goede tentoonstelling wordt vanzelfsprekend als tentoonstelling gezien, als samenhangend geheel. Als de tentoonstelling minder geslaagd is zal het als slechte tentonstelling ervaren worden of niet als tentoonstelling ervaren worden maar als een aantal kunstwerken die toevallig bij elkaar hangen. Ik denk dat de doelstelling van Charles Esche daarom zinloos is.

in-finitum

eerste verdieping
eerste verdieping

Zoals ik in mijn vorige stukje schreef was is niet enthousiast over de Biënale van Venetië. Na de eerste dag in de Giardini ergerde ik me aan de gemakzucht waarmee de tentoonstellingen samengesteld waren. Ik herinnerde me dat halverwege de jaren 90 dit soort ergernis geregeld ervoer en dat het me toen motiveerde om het zelf beter te doen en, samen met Hanneke van Buitenen, de expositie Mycelium te organiseren. Nu vroeg ik me juist af of ik nog wel wilde exposeren.

Deze gedachten had ik op weg naar het Palazzo Fortuny. In dit voormalige atelier van fotograaf, textiel- en toneelontwerper en schilder Mariano Fortuny vond de expositie In-Finitum plaats. Een project van de Belgische kunstverzamelaar en handelaar Axel Vervoordt. Over vier verdiepingen waren 300 kunstwerken te zien “The works of art range from archaeological non-finished items over incomplete Old Master paintings to contemporary installations capturing the infinity. The works on show come from the collection of Axel Vervoordt, from the Musei Civici Veneziani and from various public and private collections all over the world.”

De expositie begon op de begane grond in donkere kelders waar de werken met spots uitgelicht waren, op de eerste verdieping was het ook tamelijk duister en waren de wanden met textiel bekleed, op de tweede verdieping en zolder was er wel volop daglicht.

Een zeer intrigerende tentoonstelling waarin de individuele kunstwerken autonoom bleven én opgingen in een geheel. Dit was voor mij het tegendeel van de schijnbare gemakzucht op de Biënale. Deze verzameling werken was met zorg gekozen en tentoongesteld vanuit liefde voor kunst. Ik kreeg weer zin om zelf aan een expositie te werken.

schroot in venetië

opslag in de arsenale

Gisteren terug gekomen uit Venetië, alwaar ik de 53′ biënnale bezocht. Een slechte editie dit jaar. Veel kitsch, decoratieve knutselkunst, uitleggerige documentaires en weinig verbeelding. De landenpaviljoens boden weinig opwindends en de twee exposities samengesteld door Daniel Birnbaum waren niet spraakmakend. Die in het grote paviljoen in de Giardini zelfs ondermaats. Nederland, Skandinavië, Frankrijk en Canada sprongen er positief uit in de Giardini. De oost europeesche landen maakten er een potje van.

In de Arsenale was het wat beter dan in de Giardini, maar ik zag niet één werk in de categorie ‘niet te missen’. Geen veelbelovende talenten, geen gereputeerde kunstenaars. Een willekeurige verzameling middelmatige kunst.

Aan de overkant van het Arsenale bassin waren een aantal exposities in gerenoveerde oude hallen. Jan Fabre was helaas net voorbij, de technici waren aan het afbouwen en inpakken. In de expositie Unconditional Love was een mooie video-installatie van AES+F, The Feast of Trimalchio. Op grote schermen in een ronde ruimte waren gelijktijdig drie delen van een film te zien. Een combinatie van ‘echte’ fotomodellen en een computer gegenereerde 3D omgeving.

De Arsenale zelf blijven wonderschoon. Bovenstaande foto maakte ik in een hal niet gebruikt werd voor opslag. De deels ingestorte smeedhaarden in de achtergrond zijn magnifiek.

Schrijven?

suhl bahnhof
suhl bahnhof

Zomertijd en het leven is rustig.  Zoiets. Naast het genieten wordt er ook hard gewerkt. Als webontwerper leidt dat tot tastbare resultaten, als herintredend kunstenaar nog niet. Het schrijven in en buiten dit weblog is zwaar verwaarloosd. Heb wel gefotografeerd, gedacht, gelezen, gedroomd.

Imi Knoebel

neue national galerie
Neue National Galerie
neue national galerie
Neue National Galerie
neue national galerie
neue national galerie

space is the place

belvedere van Bernd Trasberger
belvedere van Bernd Trasberger

kijktip van de maand

space is the place is een song van sun ra die in mijn hoofd klonk toen ik de tentoonstelling BELVEDERE van Bernd Trasberger in W139 bezocht. De camera van mijn telefoon had grote problemen de wit betegelde ruimte vast te leggen. Zelf voelde ik bij binnenkomst een lichte hoofdpijn en misselijkheid. Laat u daardoor niet afschrikken. De tentoonstelling is een bijzondere ervaring.

Over Charlotte Mutsaers, cronopios en andere kunstenaars

hollandse brug
hollandse brug

Paardejam van Charlotte Mutsaers, uit 1966, is een ode aan het schrijven en een pleidooi voor kunst in het algemeen.

Charlotte Mutsaers is uniek, dat klinkt als een cliché, maar dat is het mijns inziens helaas niet. Schrijvers met een unieke kijk op de wereld, het leven, zijn zeldzaam.

Charlotte Mutsaers schrijft essays zoals ze verhalen schrijft, ze beschrijft niet dé werkelijkheid maar haar eigen werkelijkheid.

Charlotte Mutsaers is authentiek. Ze is een cronopio, ze doet niet alsof de algemene manier van kijken normaal is, ze suggereert niet dat ze denkt als wij.

Haar essays doen me denken aan David Foster Wallace. Bij die Amerikaanse schrijver is de toon van zijn essays gelijk aan die van zijn romans. De ‘werkelijke’ wereld is niet anders dan de romanwereld. Het is dezelfde originele, denkende, creatieve geest die in beiden typen schrijven aan het woord is. Charlotte Mutsaers vindt het sowieso maar onzin dat onderscheid tussen genres, ik geef haar gelijk.

Hoe zit dit, wat houdt dit ding bij elkaar? De cronopio wil wel veel weten maar heeft daar geen wikipedia voor nodig.

Paardejam enthousiasmeert me voor het schrijven. Het essay Een nat boek om tegenaan te schuiven, over cronopio bedenker Julio Cortázar en zijn boek Een reis om de dag in tachtig werelden, toont de scheppingskracht en plezier van het schrijven. Het schrijven van Cortázar is vrij, speels en intelligent. Allemaal zaken waar Charlotte Mutsaers van houdt.

In Lupus lupo homo roemt ze Jean de la Fontaine niet enkel vanwege zijn stijl, lichtheid en moraal maar ook om zijn inzicht in dieren.

De cronopio kent geen andere logica dan de eigen.

Een onderzeese modeshow uit Bohemen is een ode aan de kwal en aan de glaskunstenaars Leopold en Rudolf Blashka. Het is een tamelijk gewoon essay waarin hun werk en de totstandkoming en presentatie ervan besproken worden. Van kwal tot glaskunst tot kwal. Aan het slot beschrijft ze hoe de onbreekbare kwal de woede van de mens oproept die deze onbreekbaarheid blijkbaar niet kan verdragen. Naast schrijven en kunst wordt hier zoals vaak bij Charlotte Mutsaers een pleidooi voor onze mededieren gehouden.

Op zeebenen, blauwvoeten en knieën van dennehout gaat over het schrijven, kunst, de daad van het creëren. Ook hier toont ze weer haar cronopio aard. ‘ik schrijf omdat het meeste om me heen me vreemd is, omdat ik me beter in het leven thuisvoel’. In de open brief aan het tijdschrift Raster bijt deze cronopio van zich af. Ze zet de redactie op haar nummer omdat ze schrijvers vragen te beschrijven. Ze toont verderop de idiotie van een directeur van het Scheepvaartmuseum die na de aankoop van een schilderij haar vraagt het aan te passen aan de etiquette.

Is het echt zo gek om een huisdier te nemen in plaats van een kind?

Zeep genaamd Ponge brengt ons onder andere een schrijverstip: ‘neem voor je gaat schrijven altijd eerst een bad met als enig gezelschap een stuk zeep. Waarom? Omdat de belangrijkste eigenschappen van zeep beweeglijkheid en enthousiasme zijn.’

In ‘Foei voor het onzuivere afwaswater dat de gezalfde kalveren der literatuur uitbraken!’ breekt ze een lans voor James Ensor en met name voor zijn schrijverschap, dat zicht vooral uitte in feestredes. Ook zijn schelden wordt geroemd. Een kunst waarin ook Cortázar een meester was. Ensor wordt beschreven als een sterk met zijn omgeving verbonden buitenstaander. En dat is Charlotte Mutsaers ook. Haar lofredes aan andere kunstenaars geven vorm en kleur aan haarzelf als kunstenaar.

kunst als kunst bedoeld

bilderdijkstraat amsterdam
bilderdijkstraat amsterdam

Vanochtend zag ik dit op de stoep in de Bilderdijkstraat in Amsterdam. Wreed kunstwerkje. Ongesigneerd. In tegenstelling tot de andere foto’s in mijn urban serie is deze door de buitenplaatser wel als kunst bedoeld.

townie

townie
townie

Urban dwelling in de Kerkstraat in Amsterdam. Vrees niet: anno 2009 vermaken kinderen zich nog uitstekend met een paar kartonnen dozen. Dit fraaie staaltje van tijdelijke stadsarchitectuur annex sculptuur functioneerde zondagmiddag als atelier.

thinktank

urban Clémency
urban Clémency

Mijn vrienden denken mee over mijn herintreden en komen soms met tips:
” Ik zag een site van een kunstenares, die zich zelf als ‘onderzoeksbureau’ in de markt zet.
Vind ik het wel een mooie vondst om jezelf als onderzoeksbureau te presenteren.
Wellicht stof tot nadenken voor een herintreder in de kunst.

Onderzoeksbureau
Opiniebureau
Columnfabriek
Kwaliteitsdesk
Callcenter (voor een goed gesprek over nieuwe waarden) ”

Nu had ik herintreder.org reeds als Thinktank ingedeeld op Linkedin én start maandag mijn cursus essay schrijven. Een welkome aanmoediging dus deze tip.

houses in motion

iso huis
iso huis

Ik werk momenteel bij Deps in Ingber. Overal in de boomgaard/beeldentuin zijn nog dit soort huisjes te vinden, die ik er lang geleden plaatste. De meesten zijn vergroeid met de bomen. Ze zijn van betonijzer, isolatieschuim, hout, plexiglas enz. Sommigen zijn nog intact, anderen kapot. Misschien moet ik ze als herintreder restaureren? Of juist koesteren als één van de weinige plekken (naast slot Teijlingen) in Nederland waar ruïnes zijn?

strichts broeden

zakkenvuller
zakkenvuller

Zaterdag was ik in AINSI, cultuurpand in Maastricht. Zoals alle steden wil ook Maastricht de creatieve industrie omarmen. AINSI is typisch Maastrichts. De woorden broedplaats en vrijplaats worden gebruikt maar het is een door de overheden opgezet prestigeproject. De organisatie is top-down en de uitstraling doet eerder denken aan de Zuidas dan aan de NDSM werf.
Ik kwam toevallig op de opening terecht en die was ook Strichts: veel bobo’s, royaal buffet en de obers haperden nooit. Zo’n opening die meer kost dan het jaarbudget van menig kunstcentrum dus.

Het gebouw, een voormalige verpakkingsfabriek van architect Peutz, is prachtig. De lokatie in een cementgroeve idem. Het is nu chique en poenerig. Er zit dan ook geld in van de gemeente, de provincie, de staat der Nederlanden, de Europese Unie, cementfabriek ENCI en diverse fondsen. De theaterprogrammering wordt verzorgd door theater aan het vrijthof. Naast de ingang zit een ueberhip kantoor/ontvangstruimte van Creative Industries, een stichting die aspirant creatieve ondernemers moet ondersteunen. Dat doen ze zoals gebruikelijk vooral met holle woorden. Slechts de absolute top der commerciële creatieven zal zich ooit zo’n kantoor kunnen permitteren.
Oh ja, er werken ook nog kunstenaars. Dat is een positieve ontwikkeling, niet lang geleden had Maastricht expres geen atelierbeleid want de kunstenaars die aan de twee academies afstudeerden kwamen toch maar in de bijstand.

ik wil wel

stof
stof

Eén van de meest bepalende begrippen in onze cultuur is willen. Eén van de grootste illusies is het idee van een vrije wil die een mens zou hebben. Ondanks het feit dat Spinoza al kort na Descartes deze vergissing rechtzette. Waarschijnlijk wordt het als comfortabeler ervaren om aan deze vergissing vast te houden dan om te erkennen dat we slechts beperkte invloed op ons leven hebben.
De wil is een moeilijk fenomeen, de meeste filosofen meiden het onderwerp. Nietzsche durfde de uitdaging wel aan. Zoals bij alles wat hij dacht en schreef zijn de interpretaties ervan zeer uiteenlopend. Er zijn diverse pogingen gewaagd om selecties uit zijn nagelaten schrijfsels tot een boek te vormen. In algemeenheid geldt dat het verstandiger is het werk van een filosoof zelf te lezen i.p.v. boeken van anderen over een filosoof. Een grote geest uitgelegd door minder grote geesten wil nog wel eens tot een verwarrend beeld leiden. Een boek onder de naam van een filosoof dat door anderen gemaakt is, is nog problematischer.
Omdat ik graag wil weten wat en hoe Nietzsche schreef in de periode na de publicatie van zijn boeken*, heb ik de zeven delen Nagelaten fragmenten besteld (27 cm paperback, 4320 blz). Binnenkort meer over Nietzsche op dit blog.

* Aanvulling: Het pakket is binnen en nu pas is me duidelijk wat ik besteld heb… Het zijn Nietzsche’s aantekeningen uit de periode 1869-89. Deels zijn die aantekeningen verwerkt in gepubliceerde boeken. De laatste twee delen bevatten aantekeningen uit de tijd waarin Nietzsche werkte aan een boek rond het begrip De wil tot macht, dit boek heeft hij uiteiendelijk niet geschreven. Het zijn dus 4320 bladzijden met Nietzsches denken in ongepolijste vorm. Spannend. Nu eerst een bedenken hoe ik het ga lezen, chronologisch of niet.

De zomerlectuur voor 2009
De zomerlectuur voor 2009

neushoofd

zonder titel
zonder titel

Als je
werkelijk mooi
wilt zijn
moet je een neushoofd hebben.

Een neushoofd
dat is genoeg.

Je hoeft
zelfs geen neus
te hebben.

Wanneer je
maar
een neushoofd hebt
een neushoofd
met wat snot eraan
dan is
het goed.

Aldus Jan Arends in Lunchpauze-gedichten.

Ook niet fout:
Ik slaap
en waak
en daarom
ben ik mens.

Uit: Gedichten

koel

koel in de kast
koel in de kast

“High pressure in a low pressure city – OMA could never exist without Rotterdam, a city that has no scene, makes no demands, offers no distractions – a laboratory of indifference….”
Citaat uit Content van OMA/Rem Koolhaas (Taschen, 2004).
Mocht u dat boek in huis hebben kijk dan nog eens naar pagina 294-299, alwaar stills uit Big Brother worden vergeleken met schilderijen van Vermeer.

Scroll to Top