– citaten uit het gelijknamige werk van Gilles Deleuze –
p 12. Zodra we ons in een arm tijdperk bevinden, zoekt de filosofie haar toevlucht in de reflectie ‘op’… Als zij zelf niets creëert, wat kan zij dan doen, behalve reflecteren op? Dus reflecteert zij op het eeuwige, of op het historische, maar zijn slaagt er niet meer in zelf de beweging te maken.
De filosoof is niet reflectief, hij is een schepper.
het is een volledig nieuwe indeling van onderscheid maken, zoals Bergson het doet, de perceptie, de affectie en de actie als drie soorten van beweging.
p 15. Wat me interesseert zijn de betrekkingen tussen de kunst, de wetenschap en de filosofie. Geen enkele van die disciplines heeft het voorrecht. Elk van hen is creatief. Het echte object van de wetenschap is het creëren van functies, het echte object van kunst is het creëren van waarneembare conglomeraten en het object van de filosofie is het creëren van concepten.
p 35. Tegenwoordig zijn de informatica, de communicatie en de commerciële promotie die zich de woorden ‘concept’ en ‘creatief’ toe-eigenen, en die ‘concepteurs’ vormen een brutaal ras dat de handelingen en het verkopen uitdrukt als hoogste kapitalistische gedachte, het cogito van de waar.
p 35. Laten we vervolgens aannemen dat er een derde periode is waar het voor mij gaat om schilderkunst en filmkunst, schijnbaar om beelden. Maar het zijn filosofieboeken. Alleen bevat het concept, denk ik, twee andere dimensies, die van het percept en het affect. dát interesseert me, en niet de beelden. Percepten zijn geen concrete voorstellingen, het zijn pakketjes van gewaarwordingen en relaties die degene die ze ervaart overleven. Affecten zijn geen gevoelens, het zijn wordingen die degene die erdoorheen gaat overstelpen (hij wordt anders)…. Affect, percept en concepts zijn drie onafscheidelijke krachten, zij gaan van de kunst naar de filosofie en omgekeerd.
p 44. Nietzsche zei het al: de artiest en de filosoof zijn de artsen van de beschaving.
p 61. Maar tegenwoordig is het niet voldoende ‘stelling te nemen’, zelfs niet concreet. Wat nodig zou zijn is een minimum aan controle over de expressiemiddelen. Anders ziet men zich binnen de kortste keren terug op televisie, bezig onnozele vragen te beantwoorden, of in een debat, een rug aan rug, bezig een ‘beetje te discussiëren’.
p 77. De stijl in de filosofie is gericht op de volgende drie polen: het concept of de nieuwe manieren van denken, het percept of de nieuwe manieren van zien en horen, het affect of de nieuwe manieren van ondervinden.
p 79. De Ethica is het boek van het concept (tweede soort kennis), maar ook van het affect (eerste soort) en het percept (derde soort). De paradox van Spinoza is dan ook het meest filosoof te zijn onder de filosofen, de meest zuivere op een bepaalde manier, maar tegelijkertijd degene die zich het meest richt tot niet-filosofen en het meest een beroep doet op een intens niet-filosofisch begrip.
Citaten uit Het denken in plooien geschikt, vertaald door Monique Scheepers. Uitgave Kok Agora, 1992.