vrijheid

-aan het afschrikwekkendste en diepste verlangen van de mens, zijn machtsdrift – men noemt die drift ‘vrijheid’- moet het langdurigst paal en perk gesteld worden. Daarom is de ethiek er tot op heden met haar onbewuste opvoeders- en telersinstincten op gericht geweest de machtswellust binnen de perken te houden: zij zet het tirannieke individu in een kwaad daglicht en benadrukt met haar verheerlijking van de gemeenschapszorg en de vaderlandsliefde het machtsinstinct van de kudde.

Friedrich Nietzsche, Nagelaten fragmenten, Deel 6, uitgeverij SUN

Scroll to Top