diefstal
De Ideeën die uit de imperatieven voortvloeien zijn dan ook allerminst eigenschappen of attributen van een denkende substantie: ze komen en gaan slechts door deze barst in het Ik, die maakt dat er altijd en ander in mij denkt, een ander die zelf ook moet worden gedacht. Denken is allereerst diefstal.
Gilles Deleuze – Verschil en herhaling – p 299
Verschil en herhaling maakt op mij de indruk Deleuze’s meest academische werk te zijn. Het is taai en doorwrocht en roept weinig beelden bij mij op, in tegenstelling tot zijn latere werk. Bovenstaande citaat is aangenaam poëtisch en komt eenvoudiger bij mij binnen.
The Actual and the Virtual
a perpetual exchange between the actual object and its virtual image: the virtual image never stops becoming actual. The virtual image absorbs all of a character’s actuality, at the same time as the actual character is no more than a virtuality. This perpetual exchange between the virtual and the actual is what defines a crystal; and it is on the plane of immanence that crystals appear. The actual and the virtual coexist, and enter into a tight circuit which we are continually retracing from one to the other. This is no longer a singularization, but an individuation as process, the actual and its virtual: no longer an actualization but a crystallization. Pure virtuality no longer has to actualize itself, since it is a strict correlative of the actual with which it forms the tightest circuit. It is not so much that one cannot assign the terms ‘actual’ and ‘virtual’ to distinct objects, but rather that the two are indistinguishable.
Gilles Deleuze in gesprek met Claire Parnet
een geheim leven
Ons aller redding is een geheim leven dat weinig te maken heeft met het alledaagse of het astronomische, een taaie invloed die vecht tegen de gemakkelijke vlucht in min of meer kuddeachtig conformisme of rebellie;
Julio Cortázar, 62-bouwdoos, p. 58.
62-bouwdoos
Het leven van 62-bouwdoos, geschreven door Julio Cortázar, het leven van een groep vrienden in Parijs, het speels intelligent uitwisselen, het lijkt niet meer te bestaan.
Dit soort boeken wordt waarschijnlijk niet meer geschreven en zeker niet meer gelezen en dat zou mensen toch juist goed doen.
Vooral mannen lezen liever boeken met feitjes, ‘wetenschappelijke lectuur’, waarmee ze menen meer over het leven, de wereld om hen heen te begrijpen en waarmee eerder hun inzicht in het leven, de wereld om hen heen verloren raakt.
niets
mee DOEN en meeLOPEN, meeDENKEN of NAPRATEN. nietsDOEN of NIETSdoen, deze laatste is een moeilijke, we leven in een tijdperk van ‘nietsigheid’ én men is voortdurend bezig/afgeleid. Misschien gaat het niet om niets of niets maar om aandacht. Dat is waarschijnlijk ook waar de mindfulness bijeenkomsten om gaan.
ook ik laat me verleiden door mijn netfoon, berichtjes op nieuwssites lezen waar ik zelden wijzer van word.
Zitten, zijn, het leven ervaren.
“I, too, wondered whether I could not sell something and succeed in life.
For some time I had been no good at anything. I am forty years old… Finally the idea of inventing something insincere finally crossed my mind and I set to work straightaway. At the end of three months I showed what I had produced to Philippe Edouard Toussaint, the owner of the Galerie St Laurent. ‘But it is art’ he said ‘and I will willingly exhibit all of it.’ ‘Agreed’ I replied. If I sell something, he takes 30%. It seems these are the usual conditions, some galleries take 75%. What is it? In fact it is objects.”
Marcel Broodthaers, 1964
stotteren
SMOOTH talking vs STRIATED talking oftewel stotteren. Een vlotte babbel vs zoeken naar woorden. Het STOTTEREN waar D+G naar verwijst, haast een pleidooi voor houdt en waar ze Ghérasim Luca als voorbeeld van noemen. Een dichter die zinnen niet af lijkt te maken. Hij begint, stopt, begint opnieuw en soms loopt het door. Of niet, in poëzie is de stotter een vorm, een middel, een manier van taal, van woorden hanteren.
We hebben nieuwe verhalen nodig, nieuwe manieren van vertellen en bovenal RUIMTE om ze te doen opkomen. We zitten zo vast in het nut, in het geld scoren. Daartoe passen we zo in. We zijn braaf, kleuren binnen de lijntjes, praten na, kijken af. Hoe kunnen we dan weer fantaseren, creëren?
ISONOMIA (no-rule)
Isonomie was de samenlevingsvorm in Ionië, een Griekse kolonie in wat tegenwoordig Turkije is. Mijn spellingscontrole kent zowel Isonomie als Ionië niet en dat is niet vreemd: wij zijn vergeten wat de bakermat van de filosofie was en hoe hoe het samenlevingsmodel dat vooraf ging aan democratie heette.
Ik leerde het woord Isonomia (Engels) in een essay van Srećko Horvat: Liberal or ‘Illiberal Democracy?’ No, Thanks!. In dat essay verwijst hij naar Isonomia and the Origins of Philosophy van Kojin Karatani, een Japanse filosoof.
Het Ionische begrip isonomie is letterlijk samenleving. Er is geen overheid, geen vaststaande hiërarchie, mensen verhouden zich tot elkaar en regelen gemeenschappelijke zaken in overleg. Karatani noemt het no-rule.
Karatani legt in zijn boek uit dat filosofie ontstaan is in Ionië . Deze vroege filosofie, natuurfilosofie (natural philosophy) genoemd, is opzij geschoven door de Atheners. Zij vonden dat de natuurfilosofen zich teveel op tastbare zaken richtten. Tegelijkertijd is ook het begrip Isonomie verdwenen. De Atheners kozen voor democratie omdat dat beter paste bij hun hiërarchische maatschappij structuur. De Atheners hadden geen interesse in techniek en keken neer op handwerk, dit in tegenstelling tot de Ioniërs.
De Atheense democratie was gebouwd op de uitbuiting van buitenlanders, slaven en andere steden. In Ionië kon een ieder zich vestigen en vertrekken. Dat maakte uitbuiting onmogelijk.
Isonomie kent geen taakverdeling, geen dualisme. Geen hiërarchie in soorten activiteit. Hoofdwerk staat niet boven lichaamswerk. Filosofie niet boven ambacht. Een mens kan denken, maken en handelen.
Democratie en Christendom
Diodorus van Sicilië, eerste eeuw BCE “In het algemeen gesproken was het in alle dingen de noodzaak zelf die de leraar van de mens werd, die op gepaste wijze instructie gaf in elke zaak aan een schepsel dat van nature goed begiftigd was en, als zijn assistenten voor elk doel, handen en spraak en scherpzinnigheid had van geest.”
‘Zoals Farrington opmerkt, wordt het aristotelische idee dat de mens ‘van nature een politiek dier’ of ‘een rationele anima’ is, van de eerste tot de laatste in deze verhandeling afgewezen. Het Ionische denken werd onderdrukt en overweldigd door Atheense filosofen als Plato en Aristoteles, niet zozeer tijdens hun tijd of onder het hellenisme, maar tijdens de periode van de oprichting van de christelijke kerk. Dat wil zeggen, de Atheense filosofie overleefde in de christelijke theologie.’
Oftewel: het dualisme dat tot in de huidige eeuw doorleeft heeft zijn succes te danken aan het Christendom.
Kwantum theorie
‘In veel opzichten blijft de gedachte aan de Ionische school zelfs vandaag de dag van vitaal belang. Zoals eerder besproken, werd het denken van de Ionische school, die geen scheiding ziet tussen beweging en materie, als magisch beschouwd. Inderdaad, de moderne fysica is gebouwd op hun scheiding. Zoals Descartes aantoonde, is zo’n scheiding echter op God gebaseerd, of anders een goddelijk perspectief. Dat wil zeggen dat de moderne fysica op dit punt een aristotelische metafysica of theologie erft. De kwantummechanica verplaatst dit perspectief doorslaggevend. In zekere zin herstelt het de Ionische positie dat materie en beweging onafscheidelijk zijn. Dat wil zeggen, het kwantum (licht of het elektron) is tegelijkertijd zowel deeltje (materie) als golf (beweging).’
Spinoza
Er is redelijk veel overeenkomst tussen Spinoza en de Ionische filosofen
Bijvoorbeeld hylozoïsme, het idee dat alle materie leven heeft, komt bij Spinoza terug bij Conatus, de drang om voort te leven, dat alle materie geeft.
En het maakt het extra spijtig dat Spinoza zijn studie over democratie niet heeft kunnen afmaken.
Nu kapitalisme en democratie stuk gelopen zijn is het tijd om een nieuwe samenlevingsvorm en nieuwe waarden te bedenken en ontwikkelen.