kunst kijken
in de garderobe van de appel, amsterdam.
Nu te zien in de Appel: Dirk Braeckman en Zarina Bhimji.
Ik was voor de eerste gegaan. Vreemd fotowerk. Ik ken het sinds ongeveer een jaar en weet niet wat ik ervan vind. Het intrigeert me. De foto’s zijn grijs, zilverachtig, alsof het licht in de doka kort aangeweest is. De onderwerpen variëren van op bed liggende personen tot ongedefinieerde interieurs.
De foto’s lijken zelf van groter belang dan het onderwerp. Het zijn analoge foto’s en dat in de doka ontwikkelde en afgedrukte karakter is medebepalend voor het karakter van de foto’s.
Een enkele foto doet me denken aan Twin peaks.
Ik ga vast nog een keer kijken als ook in de catalogus die ik aanschafte.
De Kunstvlaai vindt dit jaar niet plaats op het Westergasterrein maar in een leegstaande (middelbare) school achter de RAI. Op zich leek dat me een prima lokatie, er zouden immers geen houten schotten geplaatst hoeven te worden om hokken voor de exposanten te maken. Ieder initiatief zou een eigen lokaal kunnen krijgen. Enige nadeel dat ik tevoren bedacht was dat het teveel op een academie eindexamenexpo zou kunnen lijken.
Helaas is dat inderdaad het geval. Er zijn een aantal sterke ruimte’s. Lokalen waarin sprake is van een goede samenstelling van de werken en inrichting. De algemene teneur is echter gerommel in de ruimte. Letterlijk en figuurlijk.
Alles wat ik in 48 uur Brussel niet vond ervoer ik in een paar uur Antwerpen. In die paar uur maakte ik meer foto’s dan in de twee dagen Brussel. Het was heerlijk om weer te kunnen ontbijten en koffie drinken. Ja, zelfs dat was in Brussel of afwezig of goed verborgen.
Het overkomt me gelukkig zelden, maar reeds na twee dagen was ik blij Brussel te verlaten. Er is echt niets te beleven. Geen kunst geen horeca, geen stadsleven. Een ambtenarenstad waar in het weekend enkel wat toeristen op het voor hen bestemde plein hangen. De informatievoorziening is nihil. Het museum voor moderne kunst was dicht, er stonden hekken omheen, maar of het verbouwd werd of opgeheven was, het werd niet aangegeven. Maandagochtend snel naar Antwerpen, weer terug in de stad.
Assemblage (art)
From Wikipedia, the free encyclopedia
Assemblage is an artistic process. In the visual arts, it consists of making three-dimensional or two-dimensional artistic compositions by putting together found objects. [1][2] In literature, assemblage refers to a text “built primarily and explicitly from existing texts in order to solve a writing or communication problem in a new context”.[3] Beatriz Gabrielle De França Silva >< The origin of the artform dates to the cubist constructions of Pablo Picasso c. 1912-1914.[4] The origin of the word (in its artistic sense) can be traced back to the early 1950s, when Jean Dubuffet created a series of collages of butterfly wings, which he titled assemblages d’empreintes. However, both Marcel Duchamp and Pablo Picasso had been working with found objects for many years prior to Dubuffet. They were not alone. Russian artist Vladimir Tatlin creates his “counter-reliefs” in the middle of 1910s. Alongside Tatlin, the earliest woman artist to try her hand at assemblage was Elsa von Freytag-Loringhoven, the Dada Baroness. In addition, one of the earliest and most prolific was Louise Nevelson, who began creating her sculptures from found pieces of wood in the late 1930s.
Assemblage (composition)
From Wikipedia, the free encyclopedia
Assemblage refers to a text “built primarily and explicitly from existing texts in order to solve a writing or communication problem in a new context”.[1] The concept was first proposed by Johndan Johnson-Eilola (author of Datacloud) and Stuart Selber in the journal, Computers & Composition, in 2007. The notion of assemblages builds on remix and remix practices, which blur distinctions between invented and borrowed work.