solo

Ik klaag er al jaren over op dit blog: de gemakzucht van de solo tentoonstelling. Vaak wordt het gepresenteerde werk van een kunstenaar verzwakt door dat er te veel gelijksoortige werken hangen. Het wordt dan al gauw een trucje.

Vandaag was ik in het Stedelijk voor een expositie van Pamela Rosenkranz. De eerste werken die ik zag leken sterk op werk dat ik zelf in de jaren 1990 maakte. Enige affiniteit had ik er daarom wel mee maar een zaal vol dergelijke werken werkte niet. Verderop in de tentoonstelling zag ik een kleiner werk in de zelfde stijl (foto met beschilderd glas in lijst) los hangen en dat oogde meteen sterker.

Wonderbaarlijker vond ik het worden toen ik zaal na zaal zag met werk dat ik me herinnerde uit kraakpanden in de jaren 1980 (zogenaamd wild beschilderde folie) of werk van Imi Knoebel. Rosenkranz is geboren in 1979 dus dit werk van haar is veel recenter. Waarom krijgt dit zoveel ruimte in een museum dat soortgelijk werk 40 jaar geleden al toonde en aankocht?

Als een curator van het Stedelijk aangesproken wordt door het werk van Rosenkranz dat kan zij het werk tonen in relatie tot werk van andere kunstenaars en zo ook duidelijker maken wat het is dat het werk interessant maakt. Maar zalen vol met weinig variatie is saai.

foto boven: een werk van mij uit de beginjaren 1990. Lijm en witte verf in een paneel isolatieglas, 50 x 50cm.

Dauwpunt

Ik was in Drawing Centre Diepenheim voor Dauwpunt. Een geweldige expositie gemaakt door de deelnemende kunstenaars, Maga Berr, pietsjanke fokkema, Fiona Lutjenhuis, Jochem Mestriner en Dakota Magdalena Mokhammad, met en naar een idee van Lieneke Hulshof (curator), pietsjanke fokkema (kunstenaar) en Noa Zuidervaart (artsistiek directleur DCD).
Het is één grote expositie gemaakt met werk van de vijf kunstenaars. Soms hebben kunstenaars werk samen gemaakt.
Wat ook opvalt is dat er meerdere media gebruikt worden waaronder keramiek, schilderijen textiel.

Sinds Kunstvereniging Diepenheim is omgezet naar Drawing Centre waren en nogal eens saaie, levenloze tentoonstellingen die de ruimte niet wisten te bezielen. Het gebouw is ook niet als tekenkabinet ontworpen.
Dauwpunt doorbreekt de trend met een zeer levendige, ruimtelijke, inrichting. Een expositie die op meerdere manieren te ervaren is.

apparition

een term die steeds terugkomt in mijn teksten. Die steeds weer verschijnt en nu opduikt in De Witte Raaf en dan evenzeer of vooral in de ontmoeting met de beschouwer. Het kunstwerk leeft, het beweegt, gaat een relatie aan met de beschouwer als die daarvoor open staat.

Kiefer, kunst en kitsch

Het werk van Anselm Kiefer uit de Stedelijk collectie is goede kunst. Zijn Franse werk dat nu ook te zien is in Stedelijk en van Gogh Museum is kitsch.
Korenveld met kraaien van van Gogh laat je het licht ervaren. Van Gogh kon heel goed kijken en die bijzondere blik van hem kon hij in verf omzetten.
Kiefer probeert dat na te doen door koren op doek te plakken: banaal. Geen enkele verbeelding.

Toen Kiefer naar Frankrijk verhuisde verwachte ik dat hij lichte aquarellen zou gaan schilderen. Helaas, het werden ongeïnspireerde megalomane bouwsels. In het trappenhuis van het Stedelijk is goed te zien waar het toe geleid heeft: een bombastische verzameling middelmatige doeken waar van alles bij gehangen en opgeplakt is. Treurig.

Scroll to Top