Een serie bewerkte panelen isolatieglas. Ze werden gevuld, beschilderd, met en zonder text. En het druppelpaneel werd ook gebruikt voor een serie portretten. De panelen konden draaien in aan de wand bevestigde frames van staat of beton.
Bent u er al eens geweest: Las Palmas in Rotterdam? Het fotomuseum is er gehuisvest. V2 instituut zou er heen gaan maar zit nog in de Witte de Withstraat. Ik heb nog niemand gesproken die er geweest is en vroeg me af of dit weer eens een typisch mislukt prestige project is?
Mooi dat herintreden, maar wat maakte ik eigenlijk voor kunst voor de overstap naar webdesign? Bladerend in een schoenendoos met foto’s kwam ik deze foto tegen, gemaakt in het trappenhuis van het atelierpand waarin ik werkte in Maastricht. Deze zwevende figuur had ik uitgesneden uit fluoriserende stof en op de muur geplakt. Het werk in de Maastrichtse jaren is behoorlijk grafisch. Silhouetten, (kant-)patronen, woorden komen regelmatig terug. Ook in drie dimensionale betonnen beelden.
Mischien moet ik nu ook mijn verhaal naar het verleden verlengen. Ik werkte als zeefdrukker en grafisch ontwerper voor ik naar de academie ging. Daar wilde ik me meer in het ontwerpen bekwamen, maar stapte al in het eerste jaar over naar de ‘vrije kunsten’. Het onderscheid kunst-design is dus nooit zo duidelijk geweest. En het wisselen tussen de vakgebieden, het mixen der media was er ook al voor september 2008.
In het kader van de analoge nostalgie een plaatje gemaakt met een wegwerp panoramacamera. Ik vrees dat ik hiermee wel de mening van een bezoekster bevestig die op mijn herintreedplan reageerde met: ‘maar je bent toch al die jaren kunstenaar gebleven’. Want op vakantie gaan naar Charleroi en daar met een wegwerp panoramacamera foto’s nemen?
Een oude wijsheid luidt: openingen zijn het slechtste moment om kunst te kijken. De laatste drie keer dat ik het NIMK bezocht miste ik echter een gesprekspartner. Het werk nodigt uit erover te praten, sterker nog het bevredigt niet er enkel naar te kijken en luisteren. Dat komt doordat kunst momenteel ‘ergens over gaat’ en NIMK maakt regelmatig thema exposities en wil zelf dus ook een verhaal vertellen. Als ik naar een opening ga kan ik met andere bezoekers praten, met de samensteller(s) en vaak ook de kunstenaars. Misschien zijn de druk bezochte openingen bij het NIMK juist de beste gelegenheid de geboden kunst te ervaren.
(een mens is nooit te oud om te leren: dankzij de spellingscontrole in Firefox weet ik nu dat misschien met twee essen is)
Ik zat in een catalogus te bladeren en vroeg me plots af: hoe zit dat met zwart-wit fotografie en digitale camera’s. Hebben die camera’s een zwart-wit stand of moeten we onze foto’s softwarematig naar zwart-wit omzetten? Het lijkt me dat we hoe dan ook een ander resultaat krijgen dan via zwart-witfilm. Maar is dat een probleem? Lijkt me niet. In de doka pleegde men ook tot een optimaal gewenst resultaat te komen. In een bewerkingsprogramma zijn de methodes anders, maar de insteek niet. Op internet staan vele handleidingen om tot een goed resultaat te komen.
Zelf laat ik mijn foto’s altijd in kleur. In mijn oude spiegelreflexcamera koos ik voor kleur of zwart-wit. Nu ze automatisch kleur zijn laat ik dat zo. Er staat ook nog geen enkele zwart-wit foto in dit weblog. Is dit gemakzucht, komen kleurenfoto’s beter tot hun recht op een beeldscherm, houd ik gewoon veel van kleuren in beeld? Als ik dit blog doorscroll blijkt het laatste zeker het geval. Er staan ook foto’s tussen waarbij kleur geen voorname rol speelt. Zouden die wellicht mooier zijn in zwart-wit?
Bovenstaande foto is volgens Photoshop zwart-wit, ik zie echter op één van mijn monitoren nog allerlei blauwtinten.
Bovenstaande foto nam ik in 2004. Ik was in Barcelona en bezocht het spiksplinternieuwe winkelcentrum Diagonal Mar. De hele omgeving was ook nieuw trouwens, inclusief het metrostation waar deze mannen kabels aan het fixen waren.
Ik schoot een serie foto’s van de prachtige parkeergarage onder het winkelcentrum. De bewaking was echter nogal zenuwachtig, het was twee dagen na de bomaanslagen in Madrid, en dwong mij alle foto’s uit mijn digicam te wissen.
Het wandelen naar en door steden, havens, industriegebieden enzovoort ervaar ik als inspirerend. De omgeving biedt altijd onverwachte beelden. Zo’n dag rond Diagonal Mar levert veel mooie beelden, in hoofd en camera. Voor het ontwikkelen van kunstwerken en voor ontwerpideeën levert dit zelden iets op. Ideeën ontstaan bij mij vaak als ik lees en dan met name literatuur en filosofie. Ik kan dan ontspannen en met aandacht een roman lezen en opeens een inval krijgen voor het ontwerp van een site.
De foto’s die ik maak op een dag als toen in maart 2004 worden opgeborgen en kunnen telkens weer bovengehaald worden als er een idee ontstaat waarin ze een functie kunnen hebben. Bovenstaande foto stond reeds eerder op de vorige versie van de TastyMouse website.
Nadat ik een serie oude negatieven ingescand had vertelde ik mijn buren enthousiast over hoe fotogeniek Valencia is. Oude vissersbuurten met huisjes in pasteltinten, een strandboulevard die zowaar toerisme met schoonheid doet associëren, spectaculaire nieuwbouw van o.a. Calatrava en stadsparken in de bedding van een drooggevallen rivier. Onder zeer veel meer. Allemaal waar, Valencia is prachtig. Maar dat geldt voor vele andere steden. Op vakantie lijken we het beter op te merken. En ook als we kunstenaar zijn.
In deze tijd waarin men Darwin wil bestrijden met sprookjes, waarin de scheper herintreedt lees ik deze bedrijfsnaam helemaal verkeerd.
Ik bedoel met iconoclast beeldenstormer. Er zijn echter meer betekenissen waarvan deze ook aardig actueel is: (Wikipedia:) Een iconoclast is in huidig gebruik veelal een persoon die in de ogen van een ander, geen cultuur of kunst kan waarderen; in dit geval synoniem van barbaar of primitieveling.
De eerste reactie van een opkomend politicus op de slechte voorspellingen van het Centraal Plan Bureau vorige week: laten we stoppen met linkse hobby’s als ontwikkelingshulp en kunstsubsidies. Hij toont zo en-passant zijn overeenkomst met de Taliban.
Ik had eerder al moeite gedaan de anti-discriminatie posters (waartoe de tweede van links behoord) te interpreteren. Ik blijk niet zo goed in discrimineren te zijn, schiet te kort in vooroordelen. Elke poster toont een portret met een citaat. Het zijn zoekplaatjes, ‘dankzij het meldpunt discriminatie kan ik weer werken’, staat er bij een foto van een dame met beroep office manager. Er is dus iets met deze dame waardoor mensen haar geen baan gunnen. Na een tijd kijken zie ik dat ze zwanger is. Ah, dat is blijkbaar nog steeds een discrimatiepunt. De dame op de poster hier boven kan ook werken, als verpleegkundige, dankzij het meldpunt. Bij haar ben ik er nog niet uit wat het goede antwoord is: werd ze lastig gevallen wegens haar mooie uiterlijk of maak je nog steeds minder kans met een bruine huid? Of zie ik iets anders over het hoofd?
De politie werft hulpverleners, de jongedame op de poster verbeeld slachtoffer van loverboy. Op een andere poster uit dezelfde campagne staat een prostituee, ook die wil door de politie geholpen worden, schijnt.
De andere twee sexy posters roepen ons op een dansfestival in Frascati te bezoeken (er is ook een versie met een bestikkerde vrouw) en om naar een nieuwe lokale commerciële radiozender te luisteren. Die vind ik wel grappig in zijn platheid, een aardige persiflage op Radio Veronica.
Aan de rand het chique Oud-Zuid ligt één de meest pittoreske industriegebieden van Amsterdam. Tot mijn verbazing is deze niet overvloedig vastgelegd in reclamespots, films en tv-series, zoals vaak gebeurd met dit soort fotogenieke plaatsen. Het verbaast me nog meer dat dit stukje nog niet overgedragen is aan de projectontwikkelaars om het te laten platwalsen en vervangen door zo saai mogelijke nieuwbouw tegen zo hoog mogelijke prijzen. Gaat vast wel een keer gebeuren, geniet er dus van zolang het kan.
De Rotterdamse wethouder van cultuur Rik Grashoff wil graag 13 miljoen uitgeven aan een urban centrum. Wat dat is weet niemand. Ook mijn Rotterdamse vrienden wisten het niet precies. Ik denk dat hij straatcultuur van de straat wil halen. Gaat niet werken natuurlijk. Ik ben niettemin alvast maar begonnen met mijn straatkunst serie.
Kan natuurlijk ook zijn dat de wethouder dezelfde natte droom als Fred Gamma heeft: “Wat ben je lekker bezig Rik”.
Had Hans Aarsman met de hand geschreven als aanhef van de brief waarin hij schreef dat de jury van de Gemeentelijke Kunstaankopen 2009 Fotografie mijn serie per ongeluk foto’s niet geselecteerd heeft. Vriendelijk gebaar dat handschrift, nog meer gezien het aantal van 470 inzendingen.
De jury hoopt dat het bericht mij niet zal weerhouden door te gaan op de ingeslagen weg. En zowaar, één der 100 foto’s die ik vandaag schoot was afgegaan zonder dat ik het doorhad.
Deze sticker heeft al mijn verhuizingen overleefd. Wel wat stof verzameld en plakkracht verloren. Maar naar verwachting zal hij binnenkort uit het stof herrijzen en zijn glans hervinden.
Om ons eraan te herinneren? Of, toch, simpelweg mooie dingen te tonen? Of om ons andere werkelijkheden te tonen?
Waarom wil ík kunstenaar zijn?
Overwegingen bij het zien van de tentoonstelling The Tropical Years van Frank Koolen in W139. W139 directeur en schilder Gijs Frieling schrijft in de begeleidende tekst: “Kunst is vormgegeven materiaal”.
Kunst wordt vaak vergeleken met religie en met wetenschap. Ik heb dat altijd vreemd gevonden. Gelovigen en wetenschappers hebben problemen met onverklaarbare zaken. Die gaan ze dan toch verklaren. Religieuzen op een tamelijk simplistische wijze, wetenschappers op een meer gecompliceerde wijze. Kunstenaars kunnen heel goed leven met het onverklaarbare, het is prachtig materiaal er rest immers meer ruimte voor fantasie.
Frank Koolen laat alles zien als kunst. De tentoonstelling herinnerde me aan een installatie die ik ooit voor De Melkfabriek in Sittard maakte. Mede exposant was trouwens Gijs Frieling, I love toeval :). Ik liet toen zien van waaruit mijn werk voortkwam, een blik in het atelier, in de belevingswereld van een kunstenaar.
Gijs Frieling schrijft over Frank Koolen: “Kunst is vormgegeven materiaal” is waarschijnlijk het meest elementaire dat we erover kunnen zeggen. Ideeën, inhoud en betekenis zijn alleen belangrijk in het werk van Frank Koolen in de mate waarin hij ze tot materiaal heeft weten te maken. Vervolgens lijkt het zijn doel om het materiaal leeg en open te houden, iets wat veel moeilijker is dan er nieuwe betekenis aan te geven” zoals zovele kunstenaars naar eigen zeggen proberen.
Dat klinkt fijn en aanmoedigend. Maar ik weet niet of ‘het werkt’. Ik hield zelf een leeg gevoel over aan de grote expostie. Er viel heel veel te zien en dat was het. Frieling schrijft ook dat Koolens werk het best tot zijn recht komt in zo’n grote overzichtsexpositie, dat betwijfel ik. Juist dat vele versterkte bij mij het lege gevoel.
Bezoekers worden ongeduldig: ‘wanneer ga je nou dingen máken’. En wat houdt dat nou in dat hernieuwde kunstenaarschap?
Goede vragen en ze worden zeer gewaardeerd. In mijn vorige post schreef ik over Achilles and the Tortoise, een film over een kunstenaar op zoek naar een eigen stijl.
In mijn eerste kunstenaarschap had ik een thematiek en ook wel iets van een eigen stijl. Ik heb tot nu toe nog geen enkele aandrang gevoeld daar op verder te gaan. Ik wil mezelf echt de tijd gunnen tot een hernieuwd kunstenaarschap te komen. Vanuit een nieuwe motivatie, vanuit een ontwikkelde persoonlijkheid, in deze tijd.
Eén gedachte is Mille plateaux van Deleuze ter inspiratie te gaan lezen. In de dagen dat ik in New York tot het herintreden besloot schoot ik opvallend veel plaatjes van spiegelbeelden. Onder andere de bovenstaande fraaie beelden van een nieuw gebouw aan de Hudson in Chelsea. Kunnen jullie in afwachting van kunst alvast genieten van schoonheid.
Achilles and the Tortoise is de nieuwe film van Takeshi Kitano die ik zag op het IFFR. Een schitterende film over de zoektocht van een kunstenaar naar een eigen stijl. Ik vind het lastig er iets over te schrijven, want ik vond het zelf heel prettig tevoren niets over deze film te weten. Ik zal me daarom beperken tot het advies: zien die film!
Zei ik tegen de vriendin waarmee ik de tentoonstelling van Ian Wallace bezocht in Witte de With.
We keken naar een foto waarop de kunstenaar aan het werk was achter een tafel in een galerie. Een vrijwel identieke foto, maar dan in zwart wit en met een 20 jaar jongere Wallace, hing elders in de expositie. A Literature of Images heet de exposite en dat was de reden van mijn bezoek.
De titel is gelijk aan die van een tekst van Wallace die op de tentoonstelling te lezen valt en waar hij zijn interesse in beeld toelicht.
De tekst ligt op een tafel die als een lijn schuin in de ruimte staat. Er liggen ook fax uitwisselingen met galeries op. Daarin wordt over het werk, de betekenis ervan, het verschepen van werk en ook over de benarde inkomenspositie van de kunstenaar geschreven.
Ian Wallace heeft een consistent oeuvre opgebouwd dat zich door de jaren heen is door blijven ontwikkelen. In de tientallen jaren dat hij als kunstenaar werkzaam is is de betekenis en de positie van beeld(taal) ook flink veranderd.
De expositie is een aanmoediging om daar over te denken. Over een literatuur van beelden anno nu.
In Rotterdam bezocht ik ook Warum 2.0, een installatie in V_2. Ook sterke visuele en auditieve ervaring waarbij betekenis en interpretatie van beelden ook onderzoeksgebieden zijn. Komt wellicht ook nog een stukje over.