Nietzsche and philosophy

Nietzsches concept of force is therefore that of a force which is related to another force: in this form force is called will. The will (will to power) is the differential element of force. A new conception of the philosophy of the will follows from this. For the will is not exercised mysteriously on muscles and nerves, still less on “matter in general”, but is necessarily exercised on another will. p 7

What the wills in Hegel want is to have there power recognised, to represent their power. According to Nietzsche we have a wholly erroneous conception of the will to power and its nature. This is the slave’s conception, it is the image that the man of ressentiment has of power. The slave only conceives of power as the object of a recognition, the content of a representation, the stake in a competition, and therefore makes it depend, at the end of a fight, on a simple attribution of established values. p 10

The cyclical hypothesis is incapable of accounting for two thing – the diversity of co-existing cycles and, above all, the existence of diversity within the cycle. This is why we can only understand the eternal return as the expression of a principle which serves as an explanation of diversity and its reproduction, of difference and repetition. Nietzsche presents this principle as one of his most important philosophical discoveries. Het calls it will to power. By will to power “I express the characteristic that cannot be thought out of the mechanistic order without thinking away this order itself” p 49

The will to power alone is the one that wills, it does not let itself be delegated or alienated to another subject, ever to force. p 49

It must not be said that active force becomes reactive because reactive forces triumph; on the contrary, they triumph because, by separating active force what it can do, the betray it to the will of nothingness, to a becoming-reactive deeper than themselves. This is why the figures of triumph of reactive forces (ressentiment, bad conscience, and the acetic ideal) are primarily forms of nihilism. p 64

Becoming-active is affirming and affirmative, just as becoming-reactive is negating and nihilistic. p 68

In other words, life goes beyond the limits that knowledge fixes for it, but thought goes beyond the limits that life fixes for it. Thought ceases to be a ratio, life ceases to be a reaction. The Thinker thus expresses the noble affinity of thought and life: life making thought active, thought making life affirmative. In Nietzsche this general affinity is not only the pre-Socratic secret par excellence, but also the essence of art. p 101

Ressentiment is the triumph of the weak as weak, the revolt of the slaves and their victory as slaves. It is their victory that the slaves form a type. The type of the master (the active type) is defined of the faculty of forgetting and the power of acting reactions. The type of slave (the reactive type) is defined by a prodigious memory, by the power of ressentiment; p 117

Who feels pity? … Those who hate everything which is active in life, those who use life to deny and depreciate life, to oppose it to itself. p 150

Zarathustra asks as the sole and first one to do so: ‘How shall man be overcome?’

Gilles Deleuze: Nietzsche and Philosophy

HET EEN

HET lichaam is een construct. Een verzonnen eenheid. HET lichaam is statisch.
EEN lichaam is iets levends. Is een multitude, een verzameling. Is voortdurend in beweging en ontwikkeling.

De wil tot macht

zegt Nietzsche bestaat niet in een begeren, zelfs niet in een grijpen, maar in een scheppen, in een schenken. De Macht als wilt tot macht is niet wat de wil wil maar datgene wat wil in het willen.

De wil tot macht zorgt er immers voor dat de actieve krachten bevestigen, dat ze hun eigen verschil bevestigen: in hen is de bevestiging primair, de ontkenning is nooit meer dan een congruentie, een soort overmaat van genot.

Deleuze: Nietzsche, p. 31

The will to power only makes what is affirmed return: it is the will to power which both transforms the negative and reproduces affirmation.

Deleuze: Nietzsche and philosophy, p. 198

Radioaktiver Abfall

van Sigmar Polke hangt vrijwel altijd op zaal in het Stedelijk en dat is terecht, Radioaktiver Abfall is de Nachtwacht van het Stedelijk.

Elke keer geniet ik er weer van, zaterdag bedacht ik hoe bijzonder het is dat dit hoofdwerk van Polke in Amsterdam hangt.

Stedelijk Amsterdam

Zondag ging ik naar het Stedelijk Museum Amsterdam voor Drama 1882 de operafilm van Wael Shawky (geweldig!) en tot mijn blijde verrassing zag ik dat ze een werk van Christina Quarles hebben dat nu op zaal hangt. Ik zag haar werk voor het eerst in Hamburger Bahnhof Berlijn 2023 en was zwaar onder de indruk, zij weet een vertrouwd medium als schilderkunst op eigen manier te hanteren.
Twee extra redenen on naar het Stedelijk te gaan.

Irwin inspired

Er hing geen bordje in de buurt daarom denk ik dat dit geen werk van Robert Irwin was in Centre Pompidou Metz.

proefschrift

Zaterdag kocht ik bij Le Flaneur het boek ‘Beelden van de leegte’ van Rosi Braidotti. Het betreft een vertaling van haar in 1981 verschenen proefschrift ‘Féminisme et philosophy’.
Wat een mooi woord hebben wij in het Nederlands voor het Engelse thesis of Franse thèse. Proefschrift is niet enkel een proeve van bekwaamheid maar ook proeven aan materie. Een diepgravend onderzoek naar een onderwerp dat in jaren erna verder gedacht en ontwikkeld kan worden. In dit vroege werk van Braidotti kom ik dan ook regelmatig gedachten tegen waar ze nog steeds over denkt en publiceert. Toen nog jong en pril, nu meer doorwrocht en ervaren maar nog steeds met enthousiasme en intellectuele creativiteit.

solo

Ik klaag er al jaren over op dit blog: de gemakzucht van de solo tentoonstelling. Vaak wordt het gepresenteerde werk van een kunstenaar verzwakt door dat er te veel gelijksoortige werken hangen. Het wordt dan al gauw een trucje.

Vandaag was ik in het Stedelijk voor een expositie van Pamela Rosenkranz. De eerste werken die ik zag leken sterk op werk dat ik zelf in de jaren 1990 maakte. Enige affiniteit had ik er daarom wel mee maar een zaal vol dergelijke werken werkte niet. Verderop in de tentoonstelling zag ik een kleiner werk in de zelfde stijl (foto met beschilderd glas in lijst) los hangen en dat oogde meteen sterker.

Wonderbaarlijker vond ik het worden toen ik zaal na zaal zag met werk dat ik me herinnerde uit kraakpanden in de jaren 1980 (zogenaamd wild beschilderde folie) of werk van Imi Knoebel. Rosenkranz is geboren in 1979 dus dit werk van haar is veel recenter. Waarom krijgt dit zoveel ruimte in een museum dat soortgelijk werk 40 jaar geleden al toonde en aankocht?

Als een curator van het Stedelijk aangesproken wordt door het werk van Rosenkranz dat kan zij het werk tonen in relatie tot werk van andere kunstenaars en zo ook duidelijker maken wat het is dat het werk interessant maakt. Maar zalen vol met weinig variatie is saai.

foto boven: een werk van mij uit de beginjaren 1990. Lijm en witte verf in een paneel isolatieglas, 50 x 50cm.

Dauwpunt

Ik was in Drawing Centre Diepenheim voor Dauwpunt. Een geweldige expositie gemaakt door de deelnemende kunstenaars, Maga Berr, pietsjanke fokkema, Fiona Lutjenhuis, Jochem Mestriner en Dakota Magdalena Mokhammad, met en naar een idee van Lieneke Hulshof (curator), pietsjanke fokkema (kunstenaar) en Noa Zuidervaart (artsistiek directleur DCD).
Het is één grote expositie gemaakt met werk van de vijf kunstenaars. Soms hebben kunstenaars werk samen gemaakt.
Wat ook opvalt is dat er meerdere media gebruikt worden waaronder keramiek, schilderijen textiel.

Sinds Kunstvereniging Diepenheim is omgezet naar Drawing Centre waren en nogal eens saaie, levenloze tentoonstellingen die de ruimte niet wisten te bezielen. Het gebouw is ook niet als tekenkabinet ontworpen.
Dauwpunt doorbreekt de trend met een zeer levendige, ruimtelijke, inrichting. Een expositie die op meerdere manieren te ervaren is.

apparition

een term die steeds terugkomt in mijn teksten. Die steeds weer verschijnt en nu opduikt in De Witte Raaf en dan evenzeer of vooral in de ontmoeting met de beschouwer. Het kunstwerk leeft, het beweegt, gaat een relatie aan met de beschouwer als die daarvoor open staat.

Kiefer, kunst en kitsch

Het werk van Anselm Kiefer uit de Stedelijk collectie is goede kunst. Zijn Franse werk dat nu ook te zien is in Stedelijk en van Gogh Museum is kitsch.
Korenveld met kraaien van van Gogh laat je het licht ervaren. Van Gogh kon heel goed kijken en die bijzondere blik van hem kon hij in verf omzetten.
Kiefer probeert dat na te doen door koren op doek te plakken: banaal. Geen enkele verbeelding.

Toen Kiefer naar Frankrijk verhuisde verwachte ik dat hij lichte aquarellen zou gaan schilderen. Helaas, het werden ongeïnspireerde megalomane bouwsels. In het trappenhuis van het Stedelijk is goed te zien waar het toe geleid heeft: een bombastische verzameling middelmatige doeken waar van alles bij gehangen en opgeplakt is. Treurig.

learning to become a machine?

Machine Learning, mistakenly called Artificial Intelligence, is about software that further develops itself. Most people don’t know the term machine learning and are successfully learning to become less human.

“in human behavior, it’s towards algorithms regularizing the options, so you can’t be different anymore because you don’t fit into the algorithm. And these algorithms will thwart all non-mainstream behavior.” Roni Horn in noisé magazine.

sale

bought some magazines today (NOISE & NOISÉ), second-to-last numbers. as interesting as when it was released and for a very nice price.

life & living, art for a future?

Tragikomisch is dat kunst minder aanzien heeft dan ooit en dat tegelijkertijd ervan verwacht wordt dat het de wereld zal redden. En in Nederlandse media lees ik steeds vaker dat ook de zieken genezen moeten worden door kunst. Dat daarvoor kunstenaars nodig zijn wordt gemakshalve vergeten.

– dit stukje behoeft wel wat bronvermeldingen besef ik, ik zal later een paar links toevoegen –

holobiont

Op Art Rotterdam zag ik een installatie van MOSs Social Club. “MOSs Social club is een holobiont, niemand staat niet opzichzelf maar is een assemblage van persona’s, zelfjes, bacterien, planten en vele andere soorten. Vertrekkend vanuit deze symbiose ontstaan levende systemen van performances, installaties en ervaringen. Door verhalen te vertellen en te herstellen kan het perspectief op de wereld worden heroverwogen. Verhalen hebben de potentie om werelden te creëren. Door dit te gebruiken geeft MOSs Social Club vorm aan speculatieve fictieve scenario’s en bied een podium aan het mystieke, zoals de diepe aarde en de diepe zee, om een gevoel van liefde en strijdbaarheid aan te wakkeren. Om intieme relaties, gemeengoed en collectiviteit te herinneren.” aldus Hannah van der Schaaf op mosssocialclub.hotglue.me.

Ik ken de ideeën over veelheden en assemblages al langer via onder andere Deleuze & Guattari en was aangenaam verrast het tegen te komen op Prospects / Art Rotterdam.

Scroll to Top