Affirmatie
Het Negatieve keert niet terug. Het Identieke keert niet terug. Het Zelfde en het Gelijkende, het Analoge en het Tegengestelde keren niet terug. Slechts de affirmatie keert terug, dat wil zeggen het Verschillende en het Ongelijksoortige. /p. 436/
De eeuwige terugkeer elimineert dat wat hem onmogelijk maakt door op zijn beurt het vervoer van het verschil onmogelijk te maken. Hij elimineert de vooronderstellingen van de representatie, namelijk het Zelfde en het Gelijkende, het Analoge en het Negatieve. Want de representatie en haar vooronderstellingen keren maar één keer terug en niet voor altijd, waarna ze voor altijd worden geëlimineerd. /p. 438/
Deleuze: Verschil en herhaling
Poëzie
Een gedicht is het Aldus sprak Zarathoestra. Een lang gedicht, een epos, een strijdschrift, een modern gedichtn een oneigentijds gedicht.
En het is ook een zelfportret. De verzameling die bekend is als Friedrich Nietzsche. Een mulititude welke onderdeel is van God/Natuur.
Het is een rijk en machtig boek. Het lijkt deels in trance geschreven, deels verblijvend in een andere wereld, bewegend tussen virtuelen.
Nietzsche lijdt niet, hij leidt
Nietzsche torst de wereld/het leven niet, hij is er deel van, actief deel. Deelnemer, geen toeschouwer.
Spinoza, Nietzsche en Deleuze willen geen slaven zijn. Zij doen niet mee aan de slavernij van het christendom noch van de filosofie. Zoals ik eerder al berichtte is Nietzsche wel slaaf van zijn affecten, maar in een werk als Aldus sprak Zarathoestra weet hij het met behulp van humor hier toch beweging in te krijgen.
Duitse romantiek
‘De Duitse filosofie als geheel – Leibniz, Kant, Hegel, Schopenhauer, om de groten te noemen – is het meest drastische soort romantiek en heimwee dat tot dus ver heeft bestaan: het verlangen naar het beste wat er ooit was. [de Griekse wereld]
Nietzsche, Nagelaten fragmenten deel 5, pagina 537
Ergens anders in de nagelaten fragmenten kom ik een sneer over Spinoza tegen over ‘de huichelarij van de overwinning op de affecten’. Daar toont zich het grote manco van Nietzsche: hij is ook een romantische Duitser. Hij laat zich teveel leiden door de affecten en is zo slaaf! Nietzsche had Spinoza beter moeten lezen. Niet sneren maar leren.
two faces of the will to power
It is by the will to power that a force commands, but is also by the will to power that a force obeys. To these two types or qualities of forces there correspond two faces, two qualia, of the will to power, which are ultimate and fluent, deeper than the forces that derive from theme, for the will to power makes it that active forces affirm, and affirm their difference: in them affirmation is first, and negation is never but a consequence, a sort of surplus of pleasure. What characterizes reactive forces, on the other hand, is their opposition to what they are not, their tendency to limit the other: in theme, negation comes first; through negation, they arrive at a semblance of affirmation. Affirmation and negation are thus the qualia of the will to power, just as action and reaction are the qualities of forces. And just as interpretation finds the principles of meaning in forces, evaluation finds the principles of values in the will to power. Given the preceding terminological precisions, we can avoid reducing Nietzsche’s thought to a simple dualism, for, as we shall seen affirmation is itself essentially multiple and pluralist, whereas negation is always one, or heavily monist.
Yet history presents us with a most peculiar phenomenon: the reactive forces triumph; negation wins the will to power! This is the case not only in the history of man, but in the history of life and the earth. at least on the face it inhabited by man. Everywhere we see the victory of No over Yes, of reaction over action. Life becomes adaptive and regulative, reduced to its secondary forms; we no longer understand what it means to act. Even the forces of the earth become exhausted on this desolate face. Nietzsche calls this joint victory of reactive forces an the will to negate “nihilism” – or the triumph of the slaves.
– Gilles Deleuze, Pure immanence, chapter 3 Nietzsche, p 74/75 –
fictie
‘Ik lees geen romans/literatuur meer, ik lees non-fictie, wetenschappelijke boeken’ Ik hoor dit regelmatig. Als ik ‘Verschil en herhaling’ van Deleuze les besef ik hoe belangrijke literatuur is. Dat goede literatuur de (enige) manier is om het leven te onderzoeken, te beschrijven. Dat het een levende, menselijke vorm van kennis- en inzichtvorming is.
Hölderlin, Nietzsche, Deleuze, het is een denken, en filosofie die zich met literatuur verbonden weet. Ze leunt er tegen aan en ondersteunt het.
-05-02-2019-
Voorrede
Wir sind uns unbekannt, wir Erkennenden, wir selbst uns selbst: das hat seinen guten
Grund. Wir haben nie nach uns gesucht, – wie sollte es geschehn, dass wir eines Tags
uns fänden? Mit Recht hat man gesagt: »wo euer Schatz ist, da ist auch euer
Herz«; unser Schatz ist, wo die Bienenkörbe unsrer Erkenntniss stehn. Wir sind immer
dazu unterwegs, als geborne Flügelthiere und Honigsammler des Geistes, wir kümmern
uns von Herzen eigentlich nur um Eins – Etwas »heimzubringen«. Was das Leben sonst,
die sogenannten »Erlebnisse« angeht, – wer von uns hat dafür auch nur Ernst genug? Oder
Zeit genug? Bei solchen Sachen waren wir, fürchte ich, nie recht »bei der Sache«: wir
haben eben unser Herz nicht dort – und nicht einmal unser Ohr! Vielmehr wie ein
Göttlich-Zerstreuter und In-sich-Versenkter, dem die Glocke eben mit aller Macht ihre
zwölf Schläge des Mittags in’s Ohr gedröhnt hat, mit einem Male aufwacht und sich fragt
»was hat es da eigentlich geschlagen?« so reiben auch wir uns mitunter hinterdrein die
Ohren und fragen, ganz erstaunt, ganz betreten »was haben wir da eigentlich erlebt? mehr
noch: wer sind wir eigentlich?« und zählen nach, hinterdrein, wie gesagt, alle die
zitternden zwölf Glockenschläge unsres Erlebnisses, unsres Lebens, unsres Seins – ach!
und verzählen uns dabei… Wir bleiben uns eben nothwendig fremd, wir verstehn uns
nicht, wir müssen uns verwechseln, für uns heisst der Satz in alle Ewigkeit »Jeder ist sich
selbst der Fernste«, – für uns sind wir keine »Erkennenden«…
Zur Genealogie der Moral, Friedrich Wilhelm Nietzsche
Le Zigzag
Het heelal is niet ontstaan in een Bigbang maar heeft zich ontvouwen in Le Zigzag, volgens Deleuze.
Dat zei hij weliswaar met een lach op zijn gezicht maar het is een uitspraak die past in zijn denken. Al is de Natuur oneindig in omvang en duur en kent ze feitelijk geen duur volgens Spinoza en hoeven we ons niet bezig te houden met het ontstaan.
Deleuze’s denken is heerlijk.
Spinoza was de filosoof van de blijheid, Nietzsche van de vrolijke wetenschap en ook Deleuze stemt vrolijk.