lab – onderzoek

abstracte beelden en filosofie overlappen elkaar.
hetzelfde kan voor wetenschap gelden maar dat hangt  af van de definitie. als wetenschap draait om het begrijpen van dingen wel. als wetenschap verbonden is met het niet kunnen accepteren van het onverklaarbare dan niet. dan overlapt wetenschap met religie. want ook religie weet geen raad met het onverklaarbare en verzint sprookjes en regels om het onverklaarbare te bedelven.
de natuur, in de betekenis van spinoza, is oneindig en grotendeels onkenbaar. dat hoeft ons niet te weerhouden onderzoek te plegen en te denken.

waiting for pynchon

the event society / erbij willen horen.
er is geen ik en ik is de enige interesse.
men babbelt om te uiten, maar wat? leegheid, geluid.
keuzes laten we maken door algoritmes.  we maken onszelf dagelijks overbodiger.
misschien zijn we ook overbodig. we zijn echter ook onderdeel van Natuur. wellicht is overbodig geen juiste term.
we kunnen studeren, denken, er is een leven van de geest. dat zich ook uit in kunst, althans dat kan.

simpele gedachten voorafgaand aan een middag over Thomas Pynchon in de Nieuwe Vide.

kraakesthetiek

Gisteren was ik weer bezig met de herinrichting van mijn studio. Deze keer met een kast voor stripboeken. Opgebouwd uit resthout van mijn nieuwe vide. Kraakesthetiek, het zelf doen met beschikbaar materiaal en een vomgeving op basis van functie en materiaal.

Duurzaamheid en hergebruik, nu modieuze begrippen, in de kraakbeweging een manier van leven.

zup?

mens-13

A visitor in my installation ‘Fear of a Blue Planet’, Tilburg 1996.

this progress

In het Stedelijk is t/m 31 oktober THIS PROGRESS van Tino Seghal te zien.  Bij de ingang op de eerste verdieping van de nieuwbouw worden we ontvangen door een meisje dat vertelt dat het over vooruitgang gaat. Ze vraagt of we denken dat vooruitgang bestaat en wat we bij dat woord denken. We lopen intussen in een lege museumzaal.  Aangekomen bij een volgende zaal worden we overgedragen aan een ander, ouder, meisje die verder met ons praat over vooruitgang. Daarna worden we meegenomen door een vrouw die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van onze maatschappij en het grote belang van geld. En ons vraagt hoe wij daarover denken.
Tenslotte worden we meegenomen door een meneer, weer ouder, die ons een verhaal vertelt over de ontwikkeling van onze hersenen. Die zijn zo groot omdat ze onze bewegingen moeten aansturen. Intussen wandelen we de lege zaal uit het oude trappenhuis in, waar we afscheid nemen.

De gesprekken over vooruitgang waren boeiend en het is prettig om door de lege, witte, zalen te dwalen. Het wandelend praten doet denken aan de stoa.

Later, lopend naar huis dacht ik ‘is dit kunst?’. Ja en nee, het is theater en geen beeldende kunst. Performance kunst is theater in het museum.

ISA GENZKEN: MACH DICH HÜBSCH!

Een groot retrospectief in het Stedelijk vanaf 29 november!
Al vanaf haar eerste solotentoonstelling in Nederland, in Museum Boijmans van Beuningen in 1989, ben ik liefhebber van haar werk. Stedelijk directeur Beatrix Ruf kent Genzken en haar werk goed en ik verwacht dan ook een erg goede expositie, gaat dat zien!

respons

Groot voordeel van exposeren is de reactie van anderen op het werk. Pas dan weet ik wat ik gemaakt heb. En wel door het gesprek. Ik hoor zowel de ander als mijzelf over het werk praten en al luisterend en pratend krijg ik inzicht in mijn eigen werk en weet ik wat er sterk aan is en welke kant ik uit kan. In hoeverre ik dat zelf bepaal weet ik niet.

Ik maak foto’s van zaken die niet bestaan en genereer daarmee een beeld dat niet bestaat?
De beelden komen op en verrassen ook mij.  Oke, ik ben aan het werk als het gebeurt, maar ik werkte niet hier naartoe. Het beeld ontstaat, deels als bijproduct.

Dots

het mooist tijdens het werk vind ik het beeld van het oprollen van de (vhs)tape na het sprayen, de abstracte film met random stippen. pas vandaag besefte ik dat Yayoi Kusama ook met stippen werkt. ik zag haar werk vijf jaar geleden vanuit mijn hotelkamer op Naoshima en recent weer op de Zero tentoonstelling in het Stedelijk. Ik had geen verband gezien tussen haar en mijn stippen en ik denk ook niet dat dat er is. Nietemin verruimt het de blijk op mijn eigen werk.

Back to Zero

Ik bezocht , voor de derde keer, de tentoonstelling Zero: Let Us Explore the Stars in het Stedelijk Museum. Een verademende tentoonstelling met niet-referentiële kunst, vrije kunst. Er straalt een enorm enthousiasme uit deze expositie, dat de kunstenaars dan ook wilden uitdragen met hun werk. Het enthousiame was er ook bij hun happenings en exposities.

Ik ben altijd een liefhebber geweest van Zero en het Nederlandse Nul.  Niet eerder zag ik een overzichtstentoonstelling met werk uit deze groepen, samen met Azimuth (It.) en Nouveau réalisme (Fr). Ik ben verrast over de frisheid van het werk en de zeggingskracht, ook nu +- 55 jaar later.

kunst

L: Je schrijft dat je wat beter snapt wat het kunstenaarschap inhoudt, wat bedoel je dan precies? Kan je dat ook onder woorden brengen?

T: Ik las een paar maanden geleden ‘Seeing is forgetting the name of the things one sees’ een serie gesprekken met kunstenaar Robert Irwin door Lawrence Wechsler. Het is het beste boek over kunst dat ik tot nu toe gelezen heb. Het gaat voornamelijk over waarneming, over ervaren.
Bij het maken van kunst speelt het denken een belangrijke rol, maar in het kunstwerk zelf gaat het om andere dingen, over het ervaren van het werk door toeschouwers.
Bij de expositie in ons gebouw, waar ik voor het eerst sinds ruim 10 jaar weer eigen werk liet zien, vertelde ik aan bezoekers hoe het werk tot stand gekomen was. Daarbij besefte ik dat ik het werk niet ‘bedacht’ heb, ik was evenzeer verrast door het ontstane beeld als de toeschouwers. Het zijn foto’s die ik toonde, maar de lieten geen beeld uit de werkelijkheid zien, geen bestaand beeld. Het beeld was in het werken ontstaan.
Ik las twee weken geleden een interview met de, zojuist overleden, schrijver E.L. Doctorow die vertelt dat zijn schrijven ook zo verloopt. Hij heeft wel een idee als hij aan een nieuw boek begint, maar al schrijvende vormt het boek zichzelf, ontstaat er een verhaal en is hij evenzeer verrast als een lezer. Ik had dit ook al van andere schrijvers gehoord, dat de mensen uit hun boek zich ontwikkelen terwijl de schrijver daar nog nauwelijks invloed op heeft.
Waarschijnlijk heeft dat altijd al zo gewerkt maar ik heb het idee dat ik me er nu pas duidelijk bewust van ben. Het kan ook zijn dat ik nu minder met ‘willen’ bezig ben, meer met laten ontstaan van beeld. Daarover moet ik verder denken :).

Scroll to Top