L: Je schrijft dat je wat beter snapt wat het kunstenaarschap inhoudt, wat bedoel je dan precies? Kan je dat ook onder woorden brengen?
T: Ik las een paar maanden geleden ‘Seeing is forgetting the name of the things one sees’ een serie gesprekken met kunstenaar Robert Irwin door Lawrence Wechsler. Het is het beste boek over kunst dat ik tot nu toe gelezen heb. Het gaat voornamelijk over waarneming, over ervaren.
Bij het maken van kunst speelt het denken een belangrijke rol, maar in het kunstwerk zelf gaat het om andere dingen, over het ervaren van het werk door toeschouwers.
Bij de expositie in ons gebouw, waar ik voor het eerst sinds ruim 10 jaar weer eigen werk liet zien, vertelde ik aan bezoekers hoe het werk tot stand gekomen was. Daarbij besefte ik dat ik het werk niet ‘bedacht’ heb, ik was evenzeer verrast door het ontstane beeld als de toeschouwers. Het zijn foto’s die ik toonde, maar de lieten geen beeld uit de werkelijkheid zien, geen bestaand beeld. Het beeld was in het werken ontstaan.
Ik las twee weken geleden een interview met de, zojuist overleden, schrijver E.L. Doctorow die vertelt dat zijn schrijven ook zo verloopt. Hij heeft wel een idee als hij aan een nieuw boek begint, maar al schrijvende vormt het boek zichzelf, ontstaat er een verhaal en is hij evenzeer verrast als een lezer. Ik had dit ook al van andere schrijvers gehoord, dat de mensen uit hun boek zich ontwikkelen terwijl de schrijver daar nog nauwelijks invloed op heeft.
Waarschijnlijk heeft dat altijd al zo gewerkt maar ik heb het idee dat ik me er nu pas duidelijk bewust van ben. Het kan ook zijn dat ik nu minder met ‘willen’ bezig ben, meer met laten ontstaan van beeld. Daarover moet ik verder denken :).