affecten en percepten

figuratie vs abstractie is nooit een tegenstelling geweest in de kunst. Het gaat om beeld creëren. Dat beeld is gebaseerd op waarneming. Kunst wordt pas boeiend als er nieuw beeld gemaakt wordt. Dat kan op iets herkenbaars gebaseerd zijn of op een idee.

Een kunstwerk is geen product, het werkt.

Ik lees weer in Deleuze, de filosoof die meer dan wie dan ook Spinoza in de twintigste eeuw bracht. En ik besef me dat Deleuze een ingang biedt om kunst vanuit Spinoza’s denken te beschouwen.

Ik las de laatste tijd ook teksten van Mondriaan, wiens teksten niet in een Nederlandse editie te koop zijn. Mondriaan is zelfs voor de Groene ‘te moeilijk’, maar ik denk dat hij een betrekkelijk heldere en vooral ook moderne kijk op beeldende kunst had.

Bij Robert Irwin gaat het bovenal om waarnemen.

Ik maak zelf niet-referentiële beelden in de vorm van inkjetprints. Ik vind het moeilijk hierover te schrijven, juist omdat het nergens naar verwijst. Mondriaan schreef over zijn visie op het maken van kunstwerken. Robert Irwin vertelde in gesprekken met Lawrence Weschler over hoe hij tot beelden komt. Waar het in kunst volgens hem om gaat. Ik moet een vorm vinden om over mijn eigen beelden te schrijven.

wordt vervolg

leven

Ooit, in 1927, was Engeland deels een centrum van beschaving. Virginia Woolf wist treffend ons bestaan en handelen te treffen. Het leven is betrekkelijk saai, ons mensenleven is nauwelijks boeiender dan dat van koeien of andere diersoorten. We verbeelden ons van wel en Virginia Woolf laat ons zien dat het enkel verbeelding is. En dat deed ze met een eloquent taalgebruik. Melodieus, poëtisch, helder. Een geheel eigen toon en dat geeft tegelijkertijd aan dat dit betrekkelijk saaie leven mooi is. En niet, het is, het gaat door, we doen ons best en het lukt slechts enkelen van ons om daar iets uit te laten komen. Dat kunnen we door er ons bewust van zijn.

how does it sound?

Vraag ik me af als ik een beeldwerk ophang. Ik pak een schetsboekje waarin tekeningen, ideetjes en tekst. Het eerste wat ik lees: fenomenologie – licht – kunst gaat over waarneming – het waarnemen. daarom is kunst maken maar een deel van het werk. Dit bedacht ik een paar maanden geleden en deze week las ik dat Mondriaan zo’n honderd jaar geleden ook schreef over kunst en waarneming en ook hij besefte dat kunst in het hoofd van de beschouwer/luisteraar ontstaat.
Ik kom de laatste weken vaker teksten van Mondriaan tegen. Veelal kende ik ze niet en er is weinig in het Nederlands verschenen, wel is er een Engelstalige verzameling van zijn teksten antiquarisch (prijzig) te koop.

Op dezelfde pagina in mijn schetsboek: ‘een kritische blik maakt kunst, Oscar Wilde in mijn woorden’. Oh, hier schreef ik vorig jaar juni ook over op dit blog. Ik kom soortgelijke overwegingen afgelopen week ook tegen in een bundel met teksten van Wim Beeren.

Kunst behoeft geen uitleg, wel aandacht. En juist dat laatste is momenteel schaars. Dan werkt uitleg ook niet.

Eigen beeld, authentiek. Scheppen, niet nadoen, scheppen, mijn eigen gang gaan.

Ik creëer patronen, lijnen, punten. En onderwijl denk ik en dat uit zich meer in beeld dan in woorden.

Je moet vooral niet gewoon zijn.

How does it sound? Ik dacht kort geleden over geluid bij beeld, geluid als aanvulling op beeld, geluid naast beeld? Kan een beeld ook geluid oproepen in het hoofd?

Het schetsboekje is vol.

Scroll to Top