Florence was een teleurstelling, Orvieto het tegendeel. De stad ligt zo mooi op een gedoofde vulkaan als de promotiefoto’s tonen en de fresco’s van Luca Signorelli in de kathedraal zijn tijdloos en mooi. Ze ogen als hedendaagse strips, verbeelden een zeer oud verhaal en zijn in de 16′ eeuw gemaakt. Onder andere zien we Killer engelen die met laserstralen aardbewoners doden en honderden fitnesstypes die naakt uit de aarde verrijzen En dat in een kerk :). In een catalogus zie ik blow-ups en de frescobarsten in koppen doen me denken aan Enki Bilal. Ik vermoed dat veel striptekenaars dit werk van Signorelli bestudeerd hebben.
Orvieto is ook een prettige stad. Met fraaie gebouwen, een park, winkels en prettige restaurants.
Grootse verhalen had ik gehoord en gelezen over het Uffizi museum. Dagen zou je er voor nodig hebben. In werkelijkheid is het slechts een fractie van bijvoorbeeld het Prado. De collectie is zeer eenzijdig, de presentatie stoffig.
Madonna met kind, Pieta (de dode Jezus op schoot bij mamma) en Aankondiging (Maria die te horen krijgt dat ze zwanger is van God) en dat in vele variaties, maar wel ongeveer allemaal in dezelfde stijl. En dat zaal na zaal.
Florence is niet mooier geworden. Mijn vorige bezoek was ruim 30 jaar geleden. Ik herinner me mooie pleinen met bouwwerken, Amerikaanse toeristen met geruite overhemden of paars haar en veel schilderijen.
Nu worden de pleinen verpest door souvenirkramen, komen de toeristen overal vandaan en worden de winkelstraten gevuld met bekende internationale merken.
Anno nu zie ik Florence als een provinciegat met een sterke pr.
Gisteren opende de Prix de Rome 2011 in Smart Project Space. Het is een expositie zoals we van Smart gewend zijn: over de werken is goed nagedacht, het is braaf politiek en beeldend onbetekenend. Vluchtingenproblematiek, vrijheid van meningsuiting in het Europarlement en dat in films die variëren van doorsnee tv documentaires tot amateuristisch lokale tv werk. En dit is dan de presentatie van de belangrijkste Nederlandse kunstprijs. Het werk wordt vermoedelijk als kunst gezien omdat de makers kunstonderwijs gevolgd hebben en/of omdat ze hun werk ingestuurd hebben voor een kunstprijs.
Uitzondering op de nietszeggendheid was het werk van Vincent Vulsma, die intrigerende weefsels toont. Het oogt als fotokopieën van weefsels omgezet in weefsel. Vreemd, onbegrijpelijk, mooi.
Het Tijdelijke Stedelijk, de voorlopige openstelling van het oude gebouw, is een feest. Er gebeurt veel. Naast het tonen van werken uit de collectie zijn er veel activiteiten. Zo was er vorige week een avond met geluidskunst. Concerten en lezingen in de aula, installaties van Pierre Bastien en anderen, live performances op zaal door o.a. Paul Panhuizen en Nathalie Bruys en Aardvarck draaiden platen in de kantine.
En dan wordt er vanaf volgende week een selectie getoond uit de schenking van Maurice van Valen.
We worden verwend :). En het toont ook dat een museum niet perse groter en nieuwer hoeft te zijn.
Naast de deur in de hal zagen we de eerste, in de lift van gebouw Astoria zelf hing er ook een: een asbak. Ooit was het niet normaal je peuk op de grond te gooien.
Met mijn gewone camera gebeurt het niet meer, maar gelukkig gaat het een enkele keer nog mis met mijn not-always-smartphone: afdrukken tijdens het opbergen. Dit is wel een heel mooie.
Dagen heeft deze bank zo ontveld op straat gestaan. Eén van de reden om het te fotograferen, naast de voortgaande serie Urban, is omdat het me deed denken aan werk van Sander Goosen.
Afgelopen zaterdag presenteerde Nils Mühlenbruch zijn nieuwe video, FIX ME UP, met een live vj-show in Planet Art. Na een tijdje uit beeld geweest te zijn zijn de padvinders from outer space weer terug, De video is te zien op drifter.tv. Check it out.
De Groene ging weer eens naar Rotterdam om te kijken of het kunstgras daar echt groener is. Een lekker oppervlakkig artikel over het kunstklimaat aldaar. Subsidieverslinder V2 mocht weer eens vertellen hoe geweldig ze zijn, zonder dat de journalist vroeg wat ze dan doen. De V2 baas mocht ook nog vertellen dat ze in R. zo lekker van aanpakken weten en niet zoveel vergaderden als in Amsterdam. Nou vind ik het zo slecht niet om te denken en overleggen voor je doet. Maar ik dacht bij het lezen vooral aan Worm, die voor hun nieuwe huisvesting afgelopen twee jaar waarschijnlijk meer hebben vergaderd met gemeentelijke instanties dan de Melkweg in haar 40 jarig bestaan ;).
Tot mijn verbazing werd er door diverse bobootjes geklaagd over Witte de With, de voornaamste reden waarom ik wel regelmatig naar Rotterdam ga. Zal wel zijn omdat je er na moet denken?
Groot manco was dat er helemaal geen woord viel over de beleidsverandering onder burgemeester Opstelten. Gesteund door Leefbaar Rotterdam zag hij Rotterdam vooral als podium voor massa-evenementen, liefst op het gebied van sport en met veel herrie.
Des te interessanter omdat dezelfde Opstelten, nu met de PVV, minister is in een regering die ook liever grootschalige sportevenementen ziet dan kunst.
Wat dit precies is weet ik niet. Wellicht was het oorspronkelijk bedoeld als hekwerk voor op een hooiwagen. Dat zou de ladders verklaren. Balon is in ieder geval een merk landbouwwerktuigen dat ik veel tegenkwam in de Franse Ardennen. Maar ik heb het gefotografeerd als sculptuur, een heel fraaie nog wel.
Mijn bovenbuurman legde gisterenavond deze fraaie lieren bij het grofvuil. Oh wat zijn ze mooi. Ik heb ze niet nodig en liet ze liggen. Hopelijk heeft een andere voorbijganger er een bestemming voor.
De installatie van Harm van de Berg was direct al een aangenaam welkom. Het vult de ruimte achter de balie van het NIMK, waar ik de expositie CLOUD SOUNDS ging bezoeken. Een aangename combinatie van high-tech en lo-fi. Een vanzelfsprekend samengaan van diverse media, van concept en fysiek beeld.
Dit geldt zowel voor dit werk als de gehele expositie. Ook de combinatie van serieus kunstenaarschap en het duidelijke plezier dat de makers hebben bij hun werk valt me op.
Analoog en digitaal worden vanzelfsprekend gecombineerd. Soms zelfs letterlijk zoals bij dit weefsel van elektriciteitsdraad.
Meerdere deelnemende kunstenaars gebruiken input van anderen via internet. Roel Wouters en Jonathan Puckey gebruiken foto’s, Harmen van den Berg slaapliedjes en het Johny Cash Project van Aaron Koblin en Chris Milk toont fan art. Bezoekers van de website bewerken een videoclip van een nummer van Cash.
Dit klinkt allemaal niet bijzonder en toch is het dat wel in mijn optiek. Ik zie teveel exposities waarin er vooral ideeën overgebracht moeten worden. Of juist een nadruk op techniek, op het medium waarin gewerkt wordt. In CLOUD SOUNDS wordt werk getoond dat op een vanzelfsprekende manier (en dat is het natuurlijk ook!) idee en fysiek combineert, hout en geluidgolven, kabels en code en natuurlijk geluid.
De expositie is nog t/m 29 april te zien in het NIMK in Amsterdam.
Het was me al opgevallen bij de open dagen van de Rijksacademie: de soldeerwerkplaats. Oftewel het elektronica lab. In ons computer- en robottijdperk een essentieel onderdeel van een kunstonderwijs instituut.
Het woord soldeerkunst kwam in mijn hoofd op bij het zien van de installatie van LoVid (Tali Hinkis en Kyle Lapidus) in het NIMK.