In het essay The decay of lying, 1891*, schrijft Oscar Wilde dat het leven vaker de kunst volgt dan andersom. In het zelfde essay schrijft hij ook dat het doel van kunst is: het vertellen van mooie onware dingen, maar dat terzijde. Ik denk weer aan Wilde bij het zien van deze foto, die ik vorige week op een nabij gelegen bedrijfsterrein maakte. Het zijn de restanten van een afgebrande loods.
Als dit in een museum als installatie getoond wordt is het meestal flauw, dan zou bijvoorbeeld zo’n stalen kistje te gezocht zijn. Maar in het wild is het prachtig. Geen kunst, want het is niet met die bedoeling gemaakt en wel kunst omdat ik in de verwrongen staalplaten sculpturen zie.
Zonder kennis van kunst zou ik het waarschijnlijk ook mooi gevonden hebben, maar dat kan ik niet weten, want ik kijk nu eenmaal al jaren naar kunst. Ik zou het in ieder geval niet als sculptuur gezien hebben.
The decay of lying is één van mijn favoriete teksten. Het is Oscar Wilde op zijn best, intelligent, creatief en komisch. En dit pleidooi voor de leugen is heel mooi, want in het vertellen van mooie onware dingen was Wilde de beste.
*Ik heb de 16′ uitgave uit 1927 van de bundel Intentions waarin het essay opgenomen is, maar las het pas in 1986 voor het eerst. In Leiden zat een Engels antiquariaat waar je boeken kon bestellen. De eigenaar ging dan tijdens zijn inkoopreizen in Engeland op zoek naar de titel. Zo konden we ook voor het internettijdperk al overal aankomen.