Waar was ik?
In Berlin, Thüringer Wald, een dorp boven Kassel en daarna veel in de studio. Niet als herintredend kunstenaar maar als webontwerper.
Kassel die andere vier jaar
Eens in de vijf jaar bezoek ik Kassel. Buiten camping en Documenta locaties zie ik dan niets. Eind juni kampeerde ik een stukje boven Kassel. Op een schiereiland in een riviertje. Oh wat mooi.
Error veritate simplicor
(Lat.) dwaling is gemakkelijker dan de waarheid. Aldus Friedrich Nietzsche in 1885.
De Column Van Tegenwoordig
Over de Column Van Tegenwoordig wordt al net zo veel gezeken als over De Jeugd Van Tegenwoordig. Nou trekt de Jeugd zich daar niets van aan, heeft ze nooit gedaan ook. Zij doet wat ze voelt dat ze moet doen en het boeit haar niet wat anderen daar van vinden. De Column streeft naar een zelfde houding, hij kent geen grenzen, regels en richtlijnen. Wat eruit moet komt eruit. De Column braakt, schijt of zweet zijn woorden uit en gaat vervolgens wat in dit afval roeren en kneden. Daar komt dan weer een nieuwe Column uit voort.
En zoals dat bij het afscheiden van lichaamsvocht gebruikelijk is doet iedereen het. Met name daar gaat juist de kritiek over. Dat iedere figuur een stukje afscheidt en dit schaamteloos aan het publiek toont.
Opvallend vaak zeuren dezelfde mensen over de teloorgang van de taal, het verdwijnen van het geschreven woord en ontlezing. Bedoelen ze dat er teveel geschreven wordt en te weinig gelezen? Dit klagen gebeurt trouwens weer vaak als Column.
= mijn huiswerk van afgelopen week.
space is the place
kijktip van de maand
space is the place is een song van sun ra die in mijn hoofd klonk toen ik de tentoonstelling BELVEDERE van Bernd Trasberger in W139 bezocht. De camera van mijn telefoon had grote problemen de wit betegelde ruimte vast te leggen. Zelf voelde ik bij binnenkomst een lichte hoofdpijn en misselijkheid. Laat u daardoor niet afschrikken. De tentoonstelling is een bijzondere ervaring.
Over Charlotte Mutsaers, cronopios en andere kunstenaars
Paardejam van Charlotte Mutsaers, uit 1966, is een ode aan het schrijven en een pleidooi voor kunst in het algemeen.
Charlotte Mutsaers is uniek, dat klinkt als een cliché, maar dat is het mijns inziens helaas niet. Schrijvers met een unieke kijk op de wereld, het leven, zijn zeldzaam.
Charlotte Mutsaers schrijft essays zoals ze verhalen schrijft, ze beschrijft niet dé werkelijkheid maar haar eigen werkelijkheid.
Charlotte Mutsaers is authentiek. Ze is een cronopio, ze doet niet alsof de algemene manier van kijken normaal is, ze suggereert niet dat ze denkt als wij.
Haar essays doen me denken aan David Foster Wallace. Bij die Amerikaanse schrijver is de toon van zijn essays gelijk aan die van zijn romans. De ‘werkelijke’ wereld is niet anders dan de romanwereld. Het is dezelfde originele, denkende, creatieve geest die in beiden typen schrijven aan het woord is. Charlotte Mutsaers vindt het sowieso maar onzin dat onderscheid tussen genres, ik geef haar gelijk.
Hoe zit dit, wat houdt dit ding bij elkaar? De cronopio wil wel veel weten maar heeft daar geen wikipedia voor nodig.
Paardejam enthousiasmeert me voor het schrijven. Het essay Een nat boek om tegenaan te schuiven, over cronopio bedenker Julio Cortázar en zijn boek Een reis om de dag in tachtig werelden, toont de scheppingskracht en plezier van het schrijven. Het schrijven van Cortázar is vrij, speels en intelligent. Allemaal zaken waar Charlotte Mutsaers van houdt.
In Lupus lupo homo roemt ze Jean de la Fontaine niet enkel vanwege zijn stijl, lichtheid en moraal maar ook om zijn inzicht in dieren.
De cronopio kent geen andere logica dan de eigen.
Een onderzeese modeshow uit Bohemen is een ode aan de kwal en aan de glaskunstenaars Leopold en Rudolf Blashka. Het is een tamelijk gewoon essay waarin hun werk en de totstandkoming en presentatie ervan besproken worden. Van kwal tot glaskunst tot kwal. Aan het slot beschrijft ze hoe de onbreekbare kwal de woede van de mens oproept die deze onbreekbaarheid blijkbaar niet kan verdragen. Naast schrijven en kunst wordt hier zoals vaak bij Charlotte Mutsaers een pleidooi voor onze mededieren gehouden.
Op zeebenen, blauwvoeten en knieën van dennehout gaat over het schrijven, kunst, de daad van het creëren. Ook hier toont ze weer haar cronopio aard. ‘ik schrijf omdat het meeste om me heen me vreemd is, omdat ik me beter in het leven thuisvoel’. In de open brief aan het tijdschrift Raster bijt deze cronopio van zich af. Ze zet de redactie op haar nummer omdat ze schrijvers vragen te beschrijven. Ze toont verderop de idiotie van een directeur van het Scheepvaartmuseum die na de aankoop van een schilderij haar vraagt het aan te passen aan de etiquette.
Is het echt zo gek om een huisdier te nemen in plaats van een kind?
Zeep genaamd Ponge brengt ons onder andere een schrijverstip: ‘neem voor je gaat schrijven altijd eerst een bad met als enig gezelschap een stuk zeep. Waarom? Omdat de belangrijkste eigenschappen van zeep beweeglijkheid en enthousiasme zijn.’
In ‘Foei voor het onzuivere afwaswater dat de gezalfde kalveren der literatuur uitbraken!’ breekt ze een lans voor James Ensor en met name voor zijn schrijverschap, dat zicht vooral uitte in feestredes. Ook zijn schelden wordt geroemd. Een kunst waarin ook Cortázar een meester was. Ensor wordt beschreven als een sterk met zijn omgeving verbonden buitenstaander. En dat is Charlotte Mutsaers ook. Haar lofredes aan andere kunstenaars geven vorm en kleur aan haarzelf als kunstenaar.
kunst niet als kunst bedoeld
In deze drukke dagen snel een foto van een zeer fraaie installatie op de Derde Kostverlorenkade in Amsterdam.
kunst als kunst bedoeld
Vanochtend zag ik dit op de stoep in de Bilderdijkstraat in Amsterdam. Wreed kunstwerkje. Ongesigneerd. In tegenstelling tot de andere foto’s in mijn urban serie is deze door de buitenplaatser wel als kunst bedoeld.
townie
Urban dwelling in de Kerkstraat in Amsterdam. Vrees niet: anno 2009 vermaken kinderen zich nog uitstekend met een paar kartonnen dozen. Dit fraaie staaltje van tijdelijke stadsarchitectuur annex sculptuur functioneerde zondagmiddag als atelier.
thinktank
Mijn vrienden denken mee over mijn herintreden en komen soms met tips:
” Ik zag een site van een kunstenares, die zich zelf als ‘onderzoeksbureau’ in de markt zet.
Vind ik het wel een mooie vondst om jezelf als onderzoeksbureau te presenteren.
Wellicht stof tot nadenken voor een herintreder in de kunst.
Onderzoeksbureau
Opiniebureau
Columnfabriek
Kwaliteitsdesk
Callcenter (voor een goed gesprek over nieuwe waarden) ”
Nu had ik herintreder.org reeds als Thinktank ingedeeld op Linkedin én start maandag mijn cursus essay schrijven. Een welkome aanmoediging dus deze tip.
houses in motion
Ik werk momenteel bij Deps in Ingber. Overal in de boomgaard/beeldentuin zijn nog dit soort huisjes te vinden, die ik er lang geleden plaatste. De meesten zijn vergroeid met de bomen. Ze zijn van betonijzer, isolatieschuim, hout, plexiglas enz. Sommigen zijn nog intact, anderen kapot. Misschien moet ik ze als herintreder restaureren? Of juist koesteren als één van de weinige plekken (naast slot Teijlingen) in Nederland waar ruïnes zijn?
strichts broeden
Zaterdag was ik in AINSI, cultuurpand in Maastricht. Zoals alle steden wil ook Maastricht de creatieve industrie omarmen. AINSI is typisch Maastrichts. De woorden broedplaats en vrijplaats worden gebruikt maar het is een door de overheden opgezet prestigeproject. De organisatie is top-down en de uitstraling doet eerder denken aan de Zuidas dan aan de NDSM werf.
Ik kwam toevallig op de opening terecht en die was ook Strichts: veel bobo’s, royaal buffet en de obers haperden nooit. Zo’n opening die meer kost dan het jaarbudget van menig kunstcentrum dus.
Het gebouw, een voormalige verpakkingsfabriek van architect Peutz, is prachtig. De lokatie in een cementgroeve idem. Het is nu chique en poenerig. Er zit dan ook geld in van de gemeente, de provincie, de staat der Nederlanden, de Europese Unie, cementfabriek ENCI en diverse fondsen. De theaterprogrammering wordt verzorgd door theater aan het vrijthof. Naast de ingang zit een ueberhip kantoor/ontvangstruimte van Creative Industries, een stichting die aspirant creatieve ondernemers moet ondersteunen. Dat doen ze zoals gebruikelijk vooral met holle woorden. Slechts de absolute top der commerciële creatieven zal zich ooit zo’n kantoor kunnen permitteren.
Oh ja, er werken ook nog kunstenaars. Dat is een positieve ontwikkeling, niet lang geleden had Maastricht expres geen atelierbeleid want de kunstenaars die aan de twee academies afstudeerden kwamen toch maar in de bijstand.
vrijheid
-aan het afschrikwekkendste en diepste verlangen van de mens, zijn machtsdrift – men noemt die drift ‘vrijheid’- moet het langdurigst paal en perk gesteld worden. Daarom is de ethiek er tot op heden met haar onbewuste opvoeders- en telersinstincten op gericht geweest de machtswellust binnen de perken te houden: zij zet het tirannieke individu in een kwaad daglicht en benadrukt met haar verheerlijking van de gemeenschapszorg en de vaderlandsliefde het machtsinstinct van de kudde.
Friedrich Nietzsche, Nagelaten fragmenten, Deel 6, uitgeverij SUN
ik wil wel
Eén van de meest bepalende begrippen in onze cultuur is willen. Eén van de grootste illusies is het idee van een vrije wil die een mens zou hebben. Ondanks het feit dat Spinoza al kort na Descartes deze vergissing rechtzette. Waarschijnlijk wordt het als comfortabeler ervaren om aan deze vergissing vast te houden dan om te erkennen dat we slechts beperkte invloed op ons leven hebben.
De wil is een moeilijk fenomeen, de meeste filosofen meiden het onderwerp. Nietzsche durfde de uitdaging wel aan. Zoals bij alles wat hij dacht en schreef zijn de interpretaties ervan zeer uiteenlopend. Er zijn diverse pogingen gewaagd om selecties uit zijn nagelaten schrijfsels tot een boek te vormen. In algemeenheid geldt dat het verstandiger is het werk van een filosoof zelf te lezen i.p.v. boeken van anderen over een filosoof. Een grote geest uitgelegd door minder grote geesten wil nog wel eens tot een verwarrend beeld leiden. Een boek onder de naam van een filosoof dat door anderen gemaakt is, is nog problematischer.
Omdat ik graag wil weten wat en hoe Nietzsche schreef in de periode na de publicatie van zijn boeken*, heb ik de zeven delen Nagelaten fragmenten besteld (27 cm paperback, 4320 blz). Binnenkort meer over Nietzsche op dit blog.
* Aanvulling: Het pakket is binnen en nu pas is me duidelijk wat ik besteld heb… Het zijn Nietzsche’s aantekeningen uit de periode 1869-89. Deels zijn die aantekeningen verwerkt in gepubliceerde boeken. De laatste twee delen bevatten aantekeningen uit de tijd waarin Nietzsche werkte aan een boek rond het begrip De wil tot macht, dit boek heeft hij uiteiendelijk niet geschreven. Het zijn dus 4320 bladzijden met Nietzsches denken in ongepolijste vorm. Spannend. Nu eerst een bedenken hoe ik het ga lezen, chronologisch of niet.
neushoofd
Als je
werkelijk mooi
wilt zijn
moet je een neushoofd hebben.
Een neushoofd
dat is genoeg.
Je hoeft
zelfs geen neus
te hebben.
Wanneer je
maar
een neushoofd hebt
een neushoofd
met wat snot eraan
dan is
het goed.
Aldus Jan Arends in Lunchpauze-gedichten.
Ook niet fout:
Ik slaap
en waak
en daarom
ben ik mens.
Uit: Gedichten
koel
“High pressure in a low pressure city – OMA could never exist without Rotterdam, a city that has no scene, makes no demands, offers no distractions – a laboratory of indifference….”
Citaat uit Content van OMA/Rem Koolhaas (Taschen, 2004).
Mocht u dat boek in huis hebben kijk dan nog eens naar pagina 294-299, alwaar stills uit Big Brother worden vergeleken met schilderijen van Vermeer.
verboden uit te treden
Oké, dit heeft niets met herintreden te maken. Wel met kunst. Althans zo ervaar ik het. Misschien is het nuttig om mensen te waarschuwen dat dit verpakkingsmateriaal geen geschikt speelgoed is. De picto’s zijn echter ook grappig en mooi. En in eerste instantie ook schokkend op zoiets alledaags als de verpakking van een stofzuiger. Het is rauw. Het pictogram met de baby is vertederend en eng tegelijk.
time is by my site
living in the ice age
love will tear us apart, ook dat nog. Mijn gedachten gaan nog steeds naar La vie moderne, waar ik drie dagen geleden al over schreef. De boeren in de film leven in een andere tijd dan wij. Het enige dat wij met ze delen zijn de seizoenen.
Nou is dat natuurlijk onzin, ze leven wel degelijk in dezelfde tijd. Ze gaan wel anders met het fenomeen tijd om. Hoe meer ik er over denk hoe minder groot de verschillen lijken. Ook stadsbewoners zijn gevoelig voor de lengte der dagen en voor seizoenswisselingen. En de boeren staan ook ‘s winters vroeg op en melken bij kunstlicht.
En toch. Tijd ís relatief, althans deels. Aiaiai, dit stukje loopt helemaal vast. Ik begon juist enthousiast nadat ik me vanochtend ingeschreven had voor een cursus essays schrijven.
Een dag later nog een poging. Ik verveel me niet en heb het niet druk. Ik leef het liefst vandaag. Ik vier zelden mijn verjaardag. Ik laat me niet graag opsluiten in verwachtingen. Ik hou van de filosofie van Deleuze en Guattari met haar rhizomes, lagen en vluchtlijnen. Ik sta ambivalent ten opzichte van reizen. Ik denk dat Spinoza gelijk heeft in zijn standpunt dat er geen vrije wil is.
De boeren in La vie moderne leven in hun tempo ik leef in mijn tempo, u leeft in uw tempo. Mijn vraag is: in hoeverre kunnen we ons eigen tempo bepalen?