beetje denken, stukjes schrijven, foto’s maken,

Ian Wallace in Witte de With
Ian Wallace in Witte de With
dat wil ik.

Zei ik tegen de vriendin waarmee ik de tentoonstelling van Ian Wallace bezocht in Witte de With.
We keken naar een foto waarop de kunstenaar aan het werk was achter een tafel in een galerie. Een vrijwel identieke foto, maar dan in zwart wit en met een 20 jaar jongere Wallace, hing elders in de expositie. A Literature of Images heet de exposite en dat was de reden van mijn bezoek.
De titel is gelijk aan die van een tekst van Wallace die op de tentoonstelling te lezen valt en waar hij zijn interesse in beeld toelicht.
De tekst ligt op een tafel die als een lijn schuin in de ruimte staat. Er liggen ook fax uitwisselingen met galeries op. Daarin wordt over het werk, de betekenis ervan, het verschepen van werk en ook over de benarde inkomenspositie van de kunstenaar geschreven.

Ian Wallace heeft een consistent oeuvre opgebouwd dat zich door de jaren heen is door blijven ontwikkelen. In de tientallen jaren dat hij als kunstenaar werkzaam is is de betekenis en de positie van beeld(taal) ook flink veranderd.
De expositie is een aanmoediging om daar over te denken. Over een literatuur van beelden anno nu.

In Rotterdam bezocht ik ook Warum 2.0, een installatie in V_2. Ook sterke visuele en auditieve ervaring waarbij betekenis en interpretatie van beelden ook onderzoeksgebieden zijn. Komt wellicht ook nog een stukje over.

made by mobile

still uit spyder
still uit spyder

Spyder is een film van Ishibashi Kiyomi die ik zag op het IFFR. De film van twee uur is opgenomen met de camera van een mobiele telefoon.

Het kleine beeld is opgeblazen naar bioscoop formaat en heeft de bekende lage kwaliteit:veel blokken door de compressie, een vaag beeld, schokkerig bij snellere camerabewegingen, nauwelijks scherptediepte en geen scherpte. Een blurrie film met blurrie kleuren. Dit beeld sloot mooi aan bij het verhaal. Een labiele jongedame heeft moeite zich een plaats te verwerven en gaat gelijktijdig haar eigen gang. Heeft een zekere onbevangenheid, naïviteit, stoerheid. En is ook erg kwetsbaar, fysiek (ze is graatmager) en geestelijk. De camera wisselt close-ups af met stadsbeelden, beiden erg geschikt voor dit soort camera.
Mooie film. Regie, script, productie, camera, art design, montage en hoofdrol: Ishibashi Kiyomi.

de stad als kunstwerk

uitzicht vanuit witte de with
uitzicht vanuit witte de with

Kunstcentrum Witte de With heeft op haar ramen een folie geplakt waardoor het contrast van het uitzicht verhoogd wordt. Rotterdam wordt zo zelf een kunstwerk. De stad wordt een foto, nee, er komt rook uit een schoorsteen, een vlag wappert: de stad is een videowerk.

Het sloot prachtig aan op de expositie van Ian Wallace die ik bezocht, die al tientallen jaren foto’s in de stad maakt.

uitzicht vanuit witte de with
uitzicht vanuit witte de with

uitzicht vanuit witte de with
uitzicht vanuit witte de with

kunst wijst de weg

delftsche poort
delftsche poort

Elk jaar, als ik naar het Internationaal Film Festival Rotterdam ga, probeer ik een plek te vinden in of rond Rotterdam centrum om mijn auto gratis te parkeren. Ook deze keer lukte het weer, ergens in Crooswijk. Nadat ik uit de auto stapte liep ik richting de torens in het centrum. Al gauw had ik geen idee waar ik was, rondkijkend zag ik het beeld Delftsche Poort van Cor Kraat en wist ik dat ik vlakbij het hofplein was.

Handig zulke grote uitgesproken sculpturen om je te kunnen oriënteren. Rotterdam heeft meerdere van dat soort beelden. Tot mijn favorieten horen het beeld van Coop Himmelb(l)au en Zadkine’s de Verwoeste Stad, beiden op de Blaak.
Ik heb wel eens moeite met beelden in de publieke ruimte. Vaak zijn ze plichtmatig of nietszeggend. Zijn ze enkel geplaatst omdat het er nou eenmaal bij hoort. Maar er zijn ook veel beelden die wel goed werken en een krachtige bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte. En ook de weg wijzen.

mit den Wörten knipsen

schnappschuss
schnappschuss

Dit blog wordt steeds meer een verzameling vakantiekiekjes. Daar is waarschijnlijk niets mis mee. Snapshots worden steeds meer gewaardeerd. Er worden ontelbaar veel tijdschriften en boeken mee gevuld. Bovendien zijn er nog maar weinig mensen die niet dagelijks een camera op zak hebben.

Ik was blij verrast met een artikel in een catalogus, Chikaku van Kunsthaus Graz en Camera Austria, tegen te komen waarin Yoko Tawada schnappschusser mit wörten schrijft. Korte observaties, verband houdend met een dagelijkse activiteit in haar leven. Ze maakt dagelijks snapshots die na het afdrukken in een schoenendoos verdwijnen.

Zelf maak ik ze ook graag en een enkele keer doe ik er iets mee. Zo toonde ik ooit een aantal in combinatie met prentbriefkaarten in een expositie in Sittard. Dit in een soort atelierinstallatie: een kijk op mijn kijken als kunstenaar. En ook in sommige van mijn lichtobjecten werden vakantiefoto’s verwerkt.

herintreden in de kerk

heilig stedelijk
heilig stedelijk

Hét herintreedsucces van deze tijd is de wederopstanding der religies. Ook het Stedelijk en De Nieuwe Kerk willen daar een graantje van meepikken. Ze doen dit met de totaal ongeïnspireerde, en dus niet-inspirerende, tentoonstelling ‘Heilig vuur’. In een armoedige tijdelijke inbouw in de kerk worden een aantal willekeurige werken uit de verzameling van het Stedelijk getoond. Daar hangen wereldberoemde meesterwerken tussen, maar in zo’n troosteloze omgeving lijken die te lijden. Of is dat het religieuze element? Is het een christelijke lijdensweg?
Bij de uitgang moet je verplicht door de souvenirwinkel, lijkt me zeer tekenend voor deze expositie.

Ik houd intussen wel mijn hart vast voor het nieuwe Stedelijk. De presentatie van de collectie faalde ook compleet in de CS locatie. Heeft men simpelweg geen idee hoe de eigen collectie te presenteren?
Het nieuwe Stedelijk zal vast mooier worden dan de armoedige stand in De Nieuwe Kerk. Maar ook daar zullen keuzes gemaakt moeten worden en werken, bij elkaar, geplaatst moeten worden. Na dit falen vrees ik het ergste.

we kijken vanuit kunst

poserend op strand
poserend op strand

Ik maak wel vaker foto’s van mensen die door anderen gefotografeerd worden. Dat levert soms fraaie plaatjes op met verbaasde blikken: wat doet die kerel met die camera? Bovenstaande heb ik genomen op het strand van Barcelona. Maar het is ook een namaak Rineke Dijkstra.
Ik zie dat direct als ik de foto op mijn computer bekijk, maar zag ik het ook tijdens het fotograferen, was het een overweging om deze foto te nemen? Ik denk het niet. Hij verschilt nogal van Dijkstra foto’s (en niet alleen vanwege de kwaliteit ;)): behalve ik zijn er nog twee fotografen aan het werk. Eén voor het groepje in de branding en één voor de dame in Dijkstra pose. Dat is natuurlijk geen Dijkstra pose, zo poseren jongeren, met die combinatie van charme en onhandigheid. En dat is iets wat Rineke Dijkstra prachtig toont.

schoonheid op straat

kinderjas in istanbul
kinderjas in istanbul

Prachtig vind ik dit, lopend in een buitenwijk van Istanbul, op weg naar de wereldberoemde Chorakerk, hangt daar opeens een jas aan een waslijn op het puin van een gesloopt huis. Vreemd, waarom hangt dat daar? Zo mooi kan kunst zijn en zoals zo vaak vind je het op straat.

Overigens was de Chorakerk ook zeer de moeite waard. Het gebouw is mooi en de mozaïeken zijn prachtig.

kunst is nutvrij, niet nutteloos

dranghek
dranghek

Een kunstwerk op zich dient geen doel, het is vrij van nut. Kunst is echter niet nutteloos, het speelt een voorname rol in het menselijk bestaan. Toch moet kunst altijd een positie in de maatschappij bevechten, wordt nutvrij vaak verward met nutteloos. Kunst wordt gezien als extraatje, luxe en dan ook nog eens luxe waar men weinig geld voor over heeft. Aan twee weken luieren aan een ver strand wordt makkelijker geld uitgegeven dan aan een kunstwerk dat jaren het leefklimaat verbeterd. In Nederland laat men de financiering van kunst graag over aan de overheid. Een avondje housé muziek mag wat kosten maar het concertgebouw wordt als duur ervaren. In het eerste geval draait één persoon plaatjes, in het tweede zit er een compleet orkest. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden.

De laatste jaren wordt kunst door, vooral lokale, overheden juist weer als nuttig ervaren: het trekt toeristen en daarmee inkomsten. Zit het toch nog goed met de kunst en kan de wethouder de subsidie verantwoorden.
Daarnaast zijn er nogal wat kunstenaars die graag wat meer nut in hun beroep wensen: veel werken gáán ergens over. Ik schreef al eerder in dit blog over de vele documentaires die in kunstruimtes getoond worden. En in het kader van de nutvrijheid is dat prima: kunst hoeft geen nut te dienen maar mag het wel.

textiellab

borduurmachine
borduurmachine

Het textielmuseum in Tilburg heeft een textiellab waarin een groot aantal textielmachines beschikbaar wordt gesteld aan kunstenaars, studenten enzo. Ik was zelf met name geïnteresseerd in de borduurmachine. Eén van mijn plannen is om T-shirts te maken met daarop een combinatie van print en borduursel. Denk aan stadstaferelen met daarin mensen en/of geborduurd.
Naast de borduurmachine kreeg ik een demonstratie van de lasersnijder. Die kan vormen uitsnijden maar ook zo ingesteld worden dat kleuren verbleekt worden en zo bij voorbeeld een foto of tekening in stof ‘bleken’.
Meerdere breimachines en weefgetouwen waren tijdens mijn bezoek in gebruik. Ik heb daar zelf niet direct plannen voor, maar het zijn prachtige machines waarmee mooie dingen gemaakt kunnen worden.

vakantie vaagheid

bonnefanten museum
bonnefanten museum

Eerder schreef ik in dit blog dat een kunstenaar nooit vakantie heeft, dat het kunstenaarschap altijd doorgaat. Maar dan moet men natuurlijk wel de fotocamera meenemen :). Die was ik vergeten toen ik tien dagen geleden naar de Ardennen vertrok. Mijn telefoon (een Motorola Razr) was wel mee. Helaas doet de naam van het toestel de camera erin geen recht. Toegegeven, dit soort laag kwaliteit foto’s heeft ook weer een eigen charme. Voldoende om er een nieuwe fotopagina voor te maken.

open dagen rijksacademie

Raam in een atelier
raam in atelier

Herintreders zijn het niet (meer) de Artists in residence (voorheen deelnemers) van de Rijksacademie. Hun werkperiode van één tot twee jaars behelst geen tijdelijk terugtreden uit het kunstcircuit tbv verdieping van het werk. Er wordt volop geëxposeerd door deze rising stars.

De open dagen van de Rijks zijn een hoogtepunt in het Amsterdamse culturele seizoen en trekken veel bezoekers. De kunstenaars zijn erkende talenten en komen uit de hele wereld, een aantal van hen zien we de komende jaren terug op biënnales, in toonaangevende kunstinstellingen etc..
Er waren dit jaar niet veel deelnemers van wie direct duidelijk is dat we hen in Kassel en/of Venetië terug zullen zien. Ik hoop het werk van Nina Yuen vaker te zien. De films die zij vertoonde, in een mooie installatie, waren geestig, intrigerend en boeiend.
Bij de performance van Francesca Grilli stond een doofstomme performer op twee speakers. Wij, het publiek, hielden een ballon tussen onze handen. Hierdoor konden we het geluid ook voelen. De performer verbeelde in gebarentaal het geluid, hij baseerde zich op wat hij voelde. In een film van Grilli waren twee vrouwen te zien die synchroon een verhaal vertelden in gebarentaal. Door de cameravoering en belichting werd de schoonheid van de bewegingen geaccentueerd.
Mark Boulos toonde een installatie waarin twee video’s op tegenovergestelde muren te zien waren. Onderwep was de oliewinning in de Niger delta. Te zien waren o.a. politieke activisten die betrokken zijn bij de aanslagen tegen de olieindustrie, boorinstallaties en de grondstoffenbeurs. Op Youtube staat een interview met Mark over dit project.

Meer foto’s van het bezoek aan de Rijksacademie. Daarbij ook een foto van de animatric sculptures van Nathaniel Mellors. Unheimische robothoofden die met veel expressie zingen. En ook het atelier van Constant Dullaart, die klaarblijkelijk geïnspireerd wordt door zijn achternaam die doet denken aan het engelse dullard.

vrijheid in vele vormen

eye

Twee bijeenkomsten op zondag, één over Spinoza en vrijheid en één over kunst en vrijheid. Als herintreder in de kunsten trotseer je dan met plezier de sneeuwstorm en fietst naar Paradiso en Diamantslijperij.

In Paradiso werd de 376′ geboortedag van filosoof Baruch de Spinoza gevierd. Jeroen Bartels was hoofdspreker en hield een zeer helder betoog over de basisgrondslagen van het denken van Spinoza en ging wat verder in op diens vrijheidsbegrip. Hans Achterhuis ging als co-referent verder in op Spinoza en maatschappelijke gebeurtenissen van de afgelopen jaren. Vervolgens was er nog een korte sessie met de twee sprekers, dagopener Carolien Gehrels en het publiek. Daarin werd nadrukkelijk gewezen op het belang van informatievoorziening opdat burgers goed toegerust kunnen meedoen aan het maatschappelijk debat.

Het door Coolpolitics georganiseerde debat dat na de pauze plaatsvond was minder geslaagd. Het ontbrak met name aan uitdagende stellingen en een dynamische gespreksleiding. Er werd o.a. gediscussieerd over de vraag of kunstenaars een grotere vrijheid van meningsuiting hebben dan ‘gewone burgers’. Dat lijkt te suggereren dat kunstenaars hofnarren zijn. Lijkt mij niet.

Het was jammer dat kunstenaar Jonas Staal, die voor het debat uitgenodigd was, afgezegd had.
Dat bleek vooral toen ik hem later op de middag bij een debat ter ere van het nieuwste nummer (76) van HTV de IJsberg hoorde (hetgeen ook de reden was van zijn afzegging: een dubbele boeking). Het debat had als titel: De waarde van de kunsten in het tijdperk van het neoliberalisme. Staal’s pleidooi voor het belang van goede informatie sloot volledig aan op het ochtend deel in Paradiso. De andere twee deelnemers waren Tiers Bakker en Jeroen Boomgaard. (ook de vier deelnemers aan het debat in Paradiso waren overigens man)
Het debat in de Diamantslijperij ging vnl over hoe kunstenaars een meer onafhankelijke positie zouden moeten en kunnen verwerven.
De titel van HTV de IJsberg 76 is: Liberticide en gaat over dezelfde thematiek. Ik raad het van harte aan.

the school of life

Taichi onder de bomen

Sophie Howart, voorheen conservator bij Tate Modern, heeft een logische stap gemaakt door kunst in het leven te integreren. Ze heeft daartoe The School Of Life opgericht.

Daarin biedt ze o.a. cursussen over de grote zaken des levens, zoals liefde, politiek, werk, familie en spel. Deze cursussen worden gegeven door academici, schrijvers, kunstenaars en acteurs. Ook biedt ze vakanties, een weekendje Heathrow, dagje snelweg of Holiday at Home, een pretpakket met o.a. boeken en spelletjes. Dit is zonder meer een geweldige inspiratie voor mijn herintrederproject.
Onderdeel van mijn onderzoek is ‘hoe geld te verdienen’. De cursussen en uitstapjes van The School Of Life combineren denken, kunst en leven, precies dát wat kunst voor mij aantrekkelijk maakt.
Houdt het aanbod van ~herintreder in de gaten.

slow learner

Spandoeken op de Ramblas voor Santa Monica (CASM)

Terwijl ik bezig was met de vorige post dacht ik ook herhaaldelijk aan mijn favoriete schrijver Thomas Pynchon. Die heeft in 2006 op 69 jarige leeftijd het meesterwerk Against the Day gepubliceerd. Pynchon is zeker geen herintreder, hij werkt al decennia lang gestaag aan zijn boeken. Hij publiceert er niet veel. In 1984 werd een bundel met vroege verhalen uitgegeven, voorzien van een voorwoord waarin hij terug keek op het schrijven van die verhalen. De titel was Slow Learner. Een veelzeggende titel, in zijn terugblik ziet Pynchon vooral tekortkomingen in zijn vroege werk, maar al schrijvende vond hij wel zijn weg naar zijn schrijverschap en stijl.
Ik weet niet of Pynchon binnen de categorieën van Galenson valt. Zijn beroemdste boek, Gravity’s Rainbow, werd in 1973 gepubliceerd, mid-career. Hij zou in dat licht tot de experimental innovators gerekend mogen worden. Waarom ik aan Pynchon dacht is het feit dat Against the Day niet onder doet voor Gravity’s Rainbow. Kort na het verschijnen was ik bij een lezing van Bruce Sterling. Die vertelde dat hij Cyberpunk (een Science Fiction subgenre waarvan hij één de beroemdste exponenten is) zat was en zijn beschrijving waaraan hij dacht dat een modern boek, anno nu, moest voldoen kwam opvallend overeen met Against the Day die ik toen aan het lezen was. De ‘nieuwe’ roman was dus al begonnen en wel door een schrijver die al tig jaar schreef en succesvol publiceerde.

Persoonlijk heb ik Pynchon altijd gezien als de enige echte opvolger van James Joyce. Gecompliceerde verhaallijnen, prachtige schrijfstijl, een mengeling van diep- en lichtzinnigheid, een voorkeur voor liedjes.
Bij Pynchon is de scheidslijn tussen werkelijkheid en verbeelding nooit duidelijk. Hij mixt historische feiten met fantasie. Je weet soms niet of iemand hallucineert, droomt of dat het een feitelijk verslag betreft.

laatbloeiers

Muurtekening in CASM, Barcelona, juli 2007

Groot voordeel van een weblog als dit is de tips die het oplevert. Zo schoof één van mijn buren een artikel onder mijn deur waarin verwezen werd naar een artikel van Malcolm Gladwell in The New Yorker, Latebloomers. Het artikel gaat over de verhouding tussen creativiteit en leeftijd, waarover ik hier schreef.

Het artikel van Gladwell is grotendeels gebaseerd op studies van David Galenson. Deze heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar leeftijd en creativiteit en hierover een boek gepubliceerd: Old masters and young geniuses, The two life cycles of artisctic creativity. Hierin onderscheidt hij twee soorten creativiteit: de experimentele en de conceptuele: ‘Experimental innovators work by trial and error, and arrive at their major contributions gradually, late in life. In contrast, conceptual innovators make sudden breakthroughs by formulating new ideas, usually at an early age.’ Hij geeft vele voorbeelden aan de hand van bekende kunstenaars.
Gladwell en Galenson zijn het erover eens dat creativiteit niet leeftijdgebonden is. Er zijn veel voorbeelden van kunstenaars die hun belangrijkste werk aan het begin van hun werkend bestaan hebben gecreëerd, maar evenzoveel voorbeelden van hoofdwerken die op latere leeftijd tot stand kwamen. Of er in de studie van Galenson ook voorbeelden zijn van conceptual innovators die zowel op jonge als latere leeftijd hoofdwerken schapen weet ik niet, ik heb het boek niet zelf gelezen.

John Lennon als herintreder

Tekst John Lennon in Mama, Rotterdam

Op de expositie YES in Mama hangt een citaat uit een interview met John Lennon waarin hij zijn ontmoeting met Yoko Ono beschrijft Het herinnerde me eraan dat hij ook herintreder in de kunst was. Oorspronkelijk opgeleid aan de kunstacademie werd hij muzikant en Beatle. Na de boven beschreven kennismaking keerde hij, naast zijn muziek, terug naar de beeldende kunst.
In de tekst toont Lennon zich kritisch tegenover de kunstwereld: “I had a bit of a hang up about art too, having been to art school, and disliked the attitude of the so called artists, you know” maar verzwijgt ook zijn eigen vooroordelen niet: “And at first I reacted like a mug you know, like the ones that were saying “We don’t get a badge” you know, so I thought “Ha ha – you don’t fool me with all this junk” you know”. Maar hij stapt daar vervolgens wel overheen: “But it said ‘Yes’. And if it had said ‘No’ I would have carried on with my preconceived ideas about art and artists, that they’re all sort of “Yeah yeah, sure, sure”. But it said ‘Yes’ and that was enough”
Het gaat hem niet om het medium de vorm, maar de houding, de intentie.

hoe lang is een mens creatief?

Cádiz

Al jaren beweer ik dat de mens slechts een beperkte periode scheppend creatief is. Slechts een enkele kunstenaar blijft zich ontwikkelen gedurende vele jaren. De meesten vervallen na een creatieve periode in herhaling. Rudi Fuchs beweert dat dát juist grote kunstenaars kenmerkt: dat ze hun hele leven variëren op één beeld. Persoonlijk ervaar ik het meer als ouderwetse kopiëerapparaten.
Nu is het vasthouden aan een bepaalde beeldtaal mischien niet zozeer een natuurlijk iets, maar meer aangeleerd. De kunstacademies stimuleren hun leerlingen om in hun laatste studiejaar al tot een beeld te komen dat de basis vormt van hun kunstenaarschap. In de jaren 90 was het bijvoorbeeld een aanbeveling om op jeugdige leeftijd een obsessie te ontwikkelen.
Ook de kunstmarkt speelt een beperkende rol: een beeldmerk is ook een handelsmerk. Galeriehouders zijn zelden blij als iemand overstapt van landschapsschilderijen in olieverf naar installaties met tuinafval, hoezeer dit artistiek ook voor de hand ligt.
De huiver voor verandering is niet specifiek iets voor kunstenaars, het lijkt een vrij universele menselijke eigenschap. Misschien valt het mij bij kunstenaars meer op omdat ik daarvan anders verwacht.

Ik moet mij als herintreder natuurlijk wel afvragen of ik nieuwe beelden kan ontwikkelen. Is mijn creatief vermogen verminderd? Ik zal eerst moeten bepalen wat in onder creatief versta. Ik denk dat mijn persoonlijke definitie meer uit Zen and the Art of Motorcycle Maintenance van Robert Pirsig voorkomt dan uit kunstgeschiedenis lessen. Bovendien had ik voor ik naar de academie ging al jaren in de Leidse kraakbeweging doorgebracht. Creativiteit zit zo dicht tegen Do It Yourself. Echter oplossende creativiteit is niet hetzelfde als scheppende creativiteit. Wat zegt het woordenboek?
VanDale: cre·a·tief bn, bw (veel) voortbrengend; scheppend: ~ bezig zijn
VanDale: schep·pen schiep, h geschapen 1 uit het niets voortbrengen: God schiep hemel en aarde; een kunstwerk ~ 2 teweegbrengen: orde ~
Wikipedia: Creatief denken. Creatief denken is het denken over een nieuw object of voorwerp. Als iemand creatief denkt, verzamelt hij/zij ideeën en suggesties voor nieuwe dingen en hoe deze gemaakt kunnen worden. Wat echter weer verschillend is, is hoe goed mensen creatief kunnen denken; de ene kan het beter dan de andere. Pablo Picasso kon zo beter creatief denken dan een normaal mens.

Is creativiteit de potentie tot het scheppen van nieuwe dingen?

Terug naar het begin: verliest men creativiteit in de loop der jaren of is het vooral lef dat men verliest? Is het drastisch beperken van het creatieve onderzoek een natuurlijk gegeven?
Eén van de mensen aan wie ik mijn herintreedplan vertelde dacht dat ik door toegenomen kennis en ervaring nu wellicht beter toegerust zou zijn voor het kunstenaarschap. Er is zeker ook meer distantie toe, een grotere onafhankelijkheid.
wordt vervolgd.

design is ook vrij

design laat zich steeds minder beperken tot het ontwerpen van dingen. Designers houden zich bezig met sociale vraagstukken, interactie, concepten, vormgeving van intermenselijkheid, natuur. Weer een aanpak die gelijkenis toont met die van de beeldende kunst. Waar Beuys ooit een prachtige analyse maakte van de ruimte waarin het interview gegeven werd, en daarmee een kunstenaarsblik op vormgeving richtte, richten vormgevers hun blik op elk mogelijk onderwerp, maar wel als vormgever.

Scroll to Top